Nog even iets naar aanleiding van Allerzielen - die hoogtijdag is per slot van rekening weer terug van nooit helemaal weggeweest, nietwaar?
Op de katholieke begraafplaats van Sneek is zondag een monument - een grote tulp - onthuld voor de daar begraven ongedoopte kinderen, zoals die inmiddels ook op andere katholieke kerkhoven is te vinden.
Zo’n monument is een pastorale, barmhartige daad. Zeker in Sneek, waar het stukje grond waar de zuigelingen anoniem waren begraven, er in het verleden triest bij heeft gelegen. Het is nog altijd een groot verdriet bij oudere echtparen dat hun kindje in ongewijde grond werd begraven, zonder ceremonie, vaak waren ze er zelfs niet eens bij geweest.
Tot in de jaren zeventig duurde deze praktijk. De kerk leerde dat een ongedoopt kind niet in de hemel, maar in het voorgeborchte kwam waar de kinderziel eeuwig zou verblijven. Wel in een staat van ‘natuurlijk geluk’, maar toch, het was niet de hemel. Ouders zouden nooit meer met hun kindje worden herenigd.
In de loop der jaren ontstond verlegenheid met dit leerstuk en de praktijk raakte in onbruik. Een van de eerste grote daden van paus Benedictus XVI was, dat hij begin vorig jaar het spreken over het voorgeborchte buiten gebruik stelde. Overigens bestond al sinds 1983 de mogelijkheid van een kerkelijke uitvaart voor ongedoopten.
In Sneek werd rond die tijd het ,,misprijzend hoekje’’ - zo typeerde de pastor loci Leo van Ulden eens - bij de heilige grond van het kerkhof gevoegd. Dit gebeurde zonder tromgeroffel. Nu heeft het parochiebestuur dus een monument geplaatst. En dat vraagt durf, juist omdat er het besef is dat het voor nogal wat betrokkenen te laat komt.