Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

dinsdag 26 mei 2009

Op eieren


Als journalist loop je geregeld op eieren. Een collega van de sportredactie hoorde ik vandaag uitvoerig aan de telefoon aan een Cambuurfan uitleggen dat de krant echt SC Heerenveen niet voortrekt. ,,Wij moeten tegen fans van Heerenveen geregeld verdedigen waarom we zoveel over Cambuur schrijven.’’ Ook zulke gesprekken heb ik inderdaad gehoord.
In de kerk is het niet anders. Deze week hadden we in de krant weer een bericht rond de kerkgebouwenproblematiek van de Protestantse Gemeente te Leeuwarden. Het blijft nog enige tijd onduidelijk welke drie of vier van de zeven wijkkerken er dicht moeten, en één van de twee samenwerkingsverbanden binnen de gemeente heeft daarom zelf maar een stap gezet.

De gezamenlijke wijkkerkenraden van de Koepelkerk, de Open Hof en de Pelikaankerk (zie foto) hebben - heel stoer, vind ik - besloten dat vanaf december gezamenlijk in de laatste kerk zal worden gekerkt om een begin te maken met het ‘samen-gevoel’. Ik had iets geschreven van: leden van de Koepel en de Open Hof trekken straks in bij de Pelikaankerk.
Ik heb inmiddels begrepen dat dit tot verontruste en boze reacties binnen de wijkkerken heeft geleid. Het zinnetje werd uitgelegd als: dus we moeten ons straks voegen naar hoe ze het in de Pelikaan zeggen. Daarom kreeg ik vandaag het verzoek of ik in het vervolg zorgvuldiger wil formuleren - ook al is wat ik schreef feitelijk juist.

Ik wil best met zoveel woorden zeggen dat ik de informatiefolder die de drie wijkkerken maandelijks maken, en waar ik mijn bericht op had gebaseerd, er zeer goed uit ziet en ook goed informeert. En ik wil ook best zeggen dat drie op basis van gelijkwaardigheid opereren en dat geen van drieën de dienst gaat uitmaken en dat de gezette stap voorlopig is.
Het probleem is echter dat je bepaalde vooroordelen niet kunt wegnemen. De boze kerkleden hebben of de laatste folder niet gelezen, of de genuanceerde taal daarin ook niet goed uitgelegd. Ingenomen stellingen worden gekoesterd en alles wat ter bevestiging zal kunnen dienen, wordt aangegrepen.

Als je de dingen al te wollig of lievig opdist, wordt dit gezien als een achterbakse, geraffineerde - al dan niet ‘fine’, zoals ze hier zeggen - streek. De sportcollega sprak nogal streng tegen de boze Cambuurfan dat die zijn dwaze idee moest laten varen. Misschien zou ook wat fermer gesproken moeten worden tegen bijvoorbeeld Koepelkerkfans.

dinsdag 19 mei 2009

Festival316


Je kunt niet overal bij zijn, probeer ik mezelf voor te houden. Maar ik had toch graag zaterdagavond even een kijkje genomen bij Festival316 in Ureterp. Het christelijke muziekfestival in de tent van het oorverdovende, naar bier geurende Oerrock had maar liefst een kleine drieduizend bezoekers getrokken.
Enige tijd geleden besteedde ik in de krant al aandacht aan het festival. De aanleiding: het evangelische feest werd pas voor de tweede keer georganiseerd, maar is al het grootste van Noord-Nederland. En de organiserende stichting Unite in Christ was dit keer zo succesvol met de sponsorwerving, dat de entree gratis kon zijn.

De grote man achter het festival, Arnaud Dijkstra, sprak met aanstekelijk enthousiasme over Festival316, dat als doel heeft het evangelie uit te dragen. Bijbelvaste lezers hadden wellicht al vermoed dat de naam verwijst naar Johannes 3 vers 16 waar staat dat God de wereld zo lief had, dat hij zijn zoon Jezus gaf.
En, voor zover ik de verslagen begrepen heb, was het inderdaad zaterdag een feest. Met grote namen als Kees Kraayenoord en Sarah Kelly, die uitgebreid getuigden van de hoop die in hen is. Aardig detail in de marge: de website van Oerrock had zaterdag exact 316 unieke bezoekers. Zelfs bij Oerrock vonden ze dat opmerkelijk.

Voor veel mensen zal Festival316 te braaf en te christelijk zijn. Dat moeten ze dan maar eens aan sommige orthodox-gereformeerden in Ureterp en omgeving vertellen. Sommigen hebben bedenkingen bij het festival, ook al bestaat de stichting grotendeels uit degelijk gereformeerde, al dan niet oudere, jongeren.
Enkelen hebben zich bijvoorbeeld gestoord aan een promotieactiviteit een week eerder: een groep jongeren had van Damwoude naar Ureterp een 10 meter groot kruis voortgetrokken. Bij de foto die op de voorpagina van de LC stond, zette ik ‘Kruistocht in spijkerbroek’. Zo’n ‘kruistocht’, nee, dat kon toch echt niet.

Er zijn kerkenraadsleden, zo begreep ik, die zich ernstig afvragen of ze het festival volgend jaar weer zullen steunen. Dat vind ik werkelijk onbegrijpelijk. Dan heb je mensen in je directe omgeving die je op een presenteerblaadje een christelijk festival aanreiken met zó’n boodschap en zó’n respons - en dan zie je je zegeningen niet.

zondag 10 mei 2009

Hongerstaking


Kijk, dat is nog eens een herder die hart heeft voor de zaak. Don Eros Mario Pellizzari is parochiepriester van het dorp Campigo bij Venetië. Hij ging afgelopen zondag in hongerstaking. Waarom? Het stoort de pastor dat hij het leeuwendeel van zijn pakweg 1500 parochianen nooit meer bij de mis ziet.

De eucharistie hoort tot het hart van het geloofsleven en die verwaarlozen, betekent dus je geestelijk welzijn ernstig op het spel zetten. En dat doen dus de schapen van Pellizzari. Hij ziet alleen de ouden van dagen voor zich, en de zieken. Mensen die de eeuwigheid zien wenken of hopen op genezing.

Pellizzari is echter ook een man met verantwoordelijkheidsbesef en hij moet het goede voorbeeld geven. Dus hij is hij woensdag weer gestopt met zijn actie. Vandaag moet blijken of zijn actie zoden aan de dijk heeft gezet. In ieder geval heeft het wel indruk gemaakt bij de jongeren. Ze kwamen geregeld langs bij de priester, die de kerk voor de gelegenheid dag en nacht open hield.

Het lijkt me een actie die breed navolging en in alle pastorale vakbladen gepubliceerd moet worden.

zaterdag 9 mei 2009

Rituelen


Er is een tijd geweest, en die ligt nog niet zo ver achter ons, dat uitdrukkingen als ‘een plekje geven’, ‘de puzzelstukjes vallen nu op hun plaats’, ‘nu kan ik het afsluiten’ door niemand begrepen zouden worden. Nu hoort het tot het algemene taalgebruik.
Althans, dergelijke uitdrukkingen klinken voortdurend uit de mond van mensen die in de media aan het woord komen over ‘Apeldoorn’. Er wordt massaal gerouwd. De gebeurtenissen lijken op Nederland eenzelfde schokeffect te hebben als ‘09-11’ op de Amerikanen.

In onderzoeken en boeken komt het geregeld voorbij: er bestaat in de samenleving grote behoefte aan rouwrituelen. De stille tochten in eigen land en de bloemenzee voor het koninklijk paleis in Londen na de dood van Diana waren daarvan het bewijs.
Ik nam dat altijd voor kennisgeving aan. Ik geloofde het wel, maar realiseerde me niet hoe enorm groot die behoefte blijkbaar is. Door de nasleep van het drama op Koninginnedag kan daarover geen misverstand meer bestaan.

Kaarsjes branden, brieven schrijven aan overledenen of aan God en die aan ballonnen oplaten of ritueel verbranden, veel praten, stemmige muziek - het blijken probate middelen in een tijd waarin de kerken gestaag op de terugtocht zijn.
Ik zou wel eens een onderzoek willen naar hoe het mensen vergaat die zeggen de rauwe werkelijkheid van de dood ‘een plaatsje te geven’. Lukt dat ook werkelijk? Want wat ook opvalt, is dat het massale rouwen ook snel verdampt.

Op tv kon je mensen stellig horen zeggen dat het drama voor hen met de rituele herdenkingsbijeenkomsten afgesloten kon worden. Want dat lijkt ook een kenmerk van het nieuwe rouwen: het is intens, maar ook zo weer klaar.