Soms verschijnt er een boek over een uitgekauwd onderwerp waarvan je, bij uitzondering, al lezend opveert. Zo’n boek is het net verschenen ‘Nieuwe spiritualiteit’ van journalist en auteur Maarten Meester uit Sexbierum, waarover ik enige dagen geleden in de krant al schreef.
Meester heeft een boodschap die veel ‘neospirituelen’ - zoals hij ze noemt - moet raken. Ook omdat hij het als buitenstaander na een intensieve inventarisatie eerst opneemt voor de nieuwe spiritualteit, waarvan het tijdschrift Happinez en boeken als ‘The secret’ en ‘Een cursus in wonderen’ bekende verschijningsvormen zijn.
Zo heeft hij weinig op met de kwalificatie ‘levensbeschouwelijk pretpakket’, daarvoor is de spirituele zoektocht van veel gelovigen - onder wie indertijd zijn ouders - te intensief.
En hij is het hartgrondig oneens met mensen als filosoof Coen Simon die ruim een week geleden in de NRC uithaalde naar de ‘hippe’ spiritualiteit, waarin volgens hem ‘ego-goden’ worden aanbeden door al evenzeer op zichzelf gerichte volgelingen. Dat doet, concludeerde Meester vorige week tijdens een spreekbeurt in Leeuwarden, veel neospirituelen geen recht.
Maar intussen trekt Meester een conclusie in zijn boek die deze mensen nog harder moet treffen: nieuwe spiritualiteit wijkt bij nadere beschouwing helemaal niet zo af van religie, maar neospirituelen stellen dat zo voor, omdat ze denken dat hun zoektocht hen verder en hoger brengt dan de religie - in de gestalte van een traditionele kerk - die ze achter zich denken te laten. Zouden ze niet in die tegenstelling tussen de oude religie en de nieuwe inzichten geloven, dan zou hun nieuw geconstrueerde zingeving niet werken. Zo.
Intussen, zegt Meester, hebben ze net zo’n strenge ‘baas’ als degene die ze waren ontvlucht. Voor ‘God’ is ‘Al’ in de plaats gekomen, of ‘Universum’, of ‘Liefde’. Ook weer met dogma’s, rituelen en het heilig moeten. Hij geeft aan het slot van zijn boek wel de voorkeur aan de neospirituele boven de christelijke moraal - maar toch. Hij heeft intussen wel een confronterende conclusie bij de nieuwe spiritualiteit neergelegd.
Hoeveel ‘nieuwe’ gelovigen zullen het aandurven Meesters boekje naast ‘The secret’ in de kast te zetten - na het net zo intensief te hebben gelezen natuurlijk.
Meester heeft een boodschap die veel ‘neospirituelen’ - zoals hij ze noemt - moet raken. Ook omdat hij het als buitenstaander na een intensieve inventarisatie eerst opneemt voor de nieuwe spiritualteit, waarvan het tijdschrift Happinez en boeken als ‘The secret’ en ‘Een cursus in wonderen’ bekende verschijningsvormen zijn.
Zo heeft hij weinig op met de kwalificatie ‘levensbeschouwelijk pretpakket’, daarvoor is de spirituele zoektocht van veel gelovigen - onder wie indertijd zijn ouders - te intensief.
En hij is het hartgrondig oneens met mensen als filosoof Coen Simon die ruim een week geleden in de NRC uithaalde naar de ‘hippe’ spiritualiteit, waarin volgens hem ‘ego-goden’ worden aanbeden door al evenzeer op zichzelf gerichte volgelingen. Dat doet, concludeerde Meester vorige week tijdens een spreekbeurt in Leeuwarden, veel neospirituelen geen recht.
Maar intussen trekt Meester een conclusie in zijn boek die deze mensen nog harder moet treffen: nieuwe spiritualiteit wijkt bij nadere beschouwing helemaal niet zo af van religie, maar neospirituelen stellen dat zo voor, omdat ze denken dat hun zoektocht hen verder en hoger brengt dan de religie - in de gestalte van een traditionele kerk - die ze achter zich denken te laten. Zouden ze niet in die tegenstelling tussen de oude religie en de nieuwe inzichten geloven, dan zou hun nieuw geconstrueerde zingeving niet werken. Zo.
Intussen, zegt Meester, hebben ze net zo’n strenge ‘baas’ als degene die ze waren ontvlucht. Voor ‘God’ is ‘Al’ in de plaats gekomen, of ‘Universum’, of ‘Liefde’. Ook weer met dogma’s, rituelen en het heilig moeten. Hij geeft aan het slot van zijn boek wel de voorkeur aan de neospirituele boven de christelijke moraal - maar toch. Hij heeft intussen wel een confronterende conclusie bij de nieuwe spiritualiteit neergelegd.
Hoeveel ‘nieuwe’ gelovigen zullen het aandurven Meesters boekje naast ‘The secret’ in de kast te zetten - na het net zo intensief te hebben gelezen natuurlijk.