
Schilder had een onderwerp aangesneden dat blijkbaar velen - het café was overigens afgeladen met vooral vrouwen - aansprak. In orthodox-gereformeerde kring werd helaas in eerste instantie vooral defensief op haar boek gereageerd. Het onderwerp geloof en depressie was toen nog taboe. Het klimaat is inmiddels, gelukkig, veranderd.
Hoewel, nog altijd zijn er mensen die slecht gehoor vinden bij zowel de pastor als de hulpverlener - vooral in die laatste beroepsgroep is nog veel zendingswerk te verrichten. Het wordt therapeuten en pastores sinds kort overigens makkelijk gemaakt door criteria waarmee snel getoetst kan worden of er sprake is van al dan niet gezond geloof. De criteria werden ontwikkeld door de psychiater en theoloog Margreet de Vries die daarop in 2006 promoveerde.
Uit het boek ‘Ziek van de kerk?’ van de predikant Jan Belder, waarover ik hier zaterdag al schreef, valt goed op te maken hoe geloof en kerk mensen soms kunnen nekken. Ze vormen samen het belangrijkste element in menig leven. En je kunt snel lijden aan de kerk. Het is een plek waar hoge normen gelden voor bijvoorbeeld de omgang tussen mensen. Dat kan in de praktijk echter bitter tegenvallen.
Geloof kán samenhangen met depressie. Maar vaak speelt er meer, zo blijkt ook uit Belders relaas. Genen, afkomst, aanleg. Zo kan het ene kind uit een ‘zwaar’ gereformeerd gezin fluitend en gelovig door het leven gaan, terwijl een broer of zus gebukt gaat onder een laag zelfbeeld. Het ligt dus genuanceerd en het mooie van de sinds 1987 bereikte openheid is, dat er ook ruimte is gekomen voor die nuance.
Therapeuten en pastores weten ook te melden dat geloof, ook van zware snit, mensen er juist weer bovenop kan helpen. Margreet de Vries schreef ‘Geloven is gezond’. Een ander mooi boek over dit thema is ‘Geloven als antidepressivum’ van predikant Sytze Ypma. Naast gewone medicatie vormen gebed en meditatie volgens hem een probaat middel tegen zwaarmoedigheid. Ypma: ,,De kans op bijwerkingen is minimaal.’’