Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

woensdag 30 december 2009

Rampenpasje


Het ministerie van binnenlandse zaken wil in gesprek met de kerken over hun rol na rampen, zo lees ik. Dat lijkt me een uitstekend voornemen voor het nieuwe jaar. En het zou eens tijd worden. Bij recente grote rampen blijkt dat de kerken een enorme betekenis hebben bij het begeleiden van slachtoffers en nabestaanden na een ramp.
De eerste keer dat dit duidelijk aan het licht kwam, was na de Bijlmerramp van 1992. Nog jaren nadien was een traumapastor actief onder degenen die op de een of andere manier bij deze ramp betrokken waren.

De overheid trok daar geen lessen uit. De Volendamse pastoor Jan Berkhout werd na de Nieuwjaarsramp van 2001 slapende en vervolgens zelfs op afstand gehouden. Vele maanden nadien had hij zijn handen nog vol aan de pastorale nazorg.
Een vergelijkbare ervaring had zijn collega Hans Kreuwels van Roermond, toen in de zomer van 2002 zes kinderen bij een woningbrand omkwamen. De andere hulpverleners vonden de geestelijke maar een sta in de weg en een bemoeial.

Berkhout deed later in ‘Pastoor van Volendam’ een boekje open over zijn bevindingen en zijn conclusies waren niet mals. Ouders moesten bijvoorbeeld zonder begeleiding in de koude Grote Kerk van Edam kijken of daar mogelijk het lichaam van hun kind lag. Er was vervolgens geen enkele opvang.
Kreuwels pleitte later voor een ‘rampenpasje’ waardoor pastores ook op de plek des onheils hun werk kunnen doen. De situatie is gelukkig verbeterd. De kerken krijgen in steeds meer gemeentelijke rampenplannen een rol. Terecht.