Mijn vader kreeg het gisteren, met de geur van sneeuw en kerst in de neus, op zijn heupen. ,,Het harmonium moet weer naar boven.’’ En zo geschiedde. Huisvriend Rudolph Roukema moest er, als zo vaak bij opnieuw een wijziging in het interieur - ,,zie, hoe smaakvol!’’ - aan geloven. Hup, op naar de berging. Met vereende krachten en ongetwijfeld zonder enig onvertogen woord kwam het instrument weer het ouderlijk huis in.
Terecht kwam het harmonium weer hogerop. Het is een kostbaar familiebezit. Eens stond het in de grootouderlijke woning in Kampen. Mijn vader zat er graag en veel achter. Het spel had hij zichzelf aangeleerd via een schriftelijke cursus klavarskribo. De foto van mijn vader als jongeling achter hetzelfde klavier, gebruikte ik hier al eens eerder en ik zet ‘m er nog maar eens bij.
Mijn grootvader had de gewoonte om op kerstmorgen, in alle vroegte, de buurt te wekken door het ‘Ere zij God’ uitbundig te spelen. In de oorlog hoorde hij op zo’n ochtend tot zijn verbazing hoe er op straat uit volle borst werd meegezongen. Het waren twee Duitse soldaten, die op wacht hadden gestaan voor de Ortskammandantur even verderop, en op weg waren naar de kazerne.
In veel protestantse en katholieke gezinnen is het harmonium nog slechts een herinnering. Niet bij mijn ouders. Soms verdwijnt het instrument uit beeld, maar niet voor lang. Ik heb er ook uitgebreide jeugdherinneringen aan en mijn kinderen ook. ,,Zing toch eens mee, kwakbol!’’ Jaren geleden hebben mijn ouders het instrument laten renoveren, zodat het weer een generatie mee kan.
Nee, ik krijg het niet. Ik heb er ooit eentje gekregen van een collega, en dat bij een verhuizing weer weggegeven (de relatie met die collega is nooit meer helemaal goed gekomen). Het instrument gaat naar mijn broer Frans. Die zegt dat hij er een mooi plaatsje voor heeft. Ik hoop dat mijn ouders zich realiseren dat hij tegenwoordig directeur is van Het Goed, een keten kringloopwinkels…
Over realiseren gesproken, de nietsvermoedende bezoekers die mijn ouders vandaag over de vloer krijgen (onder wie mijn zus en de zoons van mijn oudste broer) zullen wel aan de bak moeten. Terwijl ik dit schrijf, is mijn vader zich aan het inzingen, ongetwijfeld ook uit volle borst en met gebruik van de kniepedalen en veel voetgepomp. En dat zal op deze eerste kerstdag ook beslist moeten gebeuren.
Wat er op de huisliturgie van (groot)vader Schrijver staat? ‘Heerlijk klonk het lied der eng’len’. En: ‘Hoe zal ik u ontvangen’. En natuurlijk ook bij hem ‘Ere zij God’ (hij heeft niet onthuld hoe vroeg hij daarmee begint). En, niet te vergeten: ‘Daar is uit ’s werelds duist’re wolken / een licht der lichten opgegaan.’ Ouderwetse kerstzang. Blijde Boodschap dus. Ook voor de buren. Voor iedereen.