Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

dinsdag 2 december 2008

Bethlehem

De plek in de Geboortekerk in Bethlehem
waar Jezus ter wereld zou zijn gekomen.

Het wordt met kerst voor het eerst in jaren weer druk in Bethlehem. Tienduizenden reli-toeristen zullen naar de geboorteplaats van Jezus afreizen nu het veiliger en makkelijker is geworden om naar de Westelijke Jordaanoever te gaan.
Toen ik dat nieuws las, schoot me te binnen dat enige dagen terug iemand mij enthousiast had verteld dat zijn vrouw en hij met een groep van de kerkelijke gemeente volgend jaar zullen afreizen naar het Heilige Land.

Ik was met het enthousiaste verhaal wat verlegen. Wat ze gingen doen, vroeg ik. En ja hoor, ze gingen alle ‘heilige’ plaatsen bezoeken die er zo’n beetje zijn. Alle plaatsen dus waar Jezus volgens de overlevering geweest rondgewandeld en -gevaren zou hebben.
Waarom ik daar verlegen mee ben? In de loop der jaren heb ik verschillende keren Messiasbelijdende joden uit Israël ontmoet. Dat zijn joden die geloven in Jezus. En dat komt ze simpelweg op discriminatie door veel landgenoten te staan.

Natuurlijk, christenen van over heel de wereld zijn welkom in Israël voor een bezoek aan de heiligdommen - en direct ook de hotels en horeca. Maar joden die Jezus omarmen, dat zijn verraders. Slechts een paar duizend van hen houden het stug vol en uit in Israël.
Zo nu en dan spreken Messiasbelijdende joden uit Israël in Nederland. En ze vertellen dan dat ze verbaasd en teleurgesteld zijn, dat hun geloofsgenoten van over heel de wereld wel naar het Heilige Land gaan voor de dode, maar niet voor de levende stenen.

‘Levende stenen’ is een bijbelse uitdrukking voor christenen die samen een geestelijk huis moeten bouwen. Dus: christenen bezoeken wel de oude pelgrimsplaatsen, maar ze vergeten vrijwel altijd hun verdrukte geloofsgenoten. En dat is op z’n zachtst gezegd pijnlijk.