Hoe zal het later zijn? Zelfs degenen die geloven dat er een nieuwe hemel én aarde zullen zijn, spreken vaak slechts stotterend over wat er na dit ondermaanse volgt. Het zal geweldig zijn, letterlijk onvoorstelbaar anders. Maar verder? Het valt buiten ons - met dank aan Maarten Toonder - denkraam.
Er wordt symbolisch over die eeuwige toekomst gesproken. Maar ook dat heeft zijn beperkingen. Als kind kon ik niet echt opgewonden raken van wat aan het eind van de bijbel over het ‘Nieuw Jeruzalem’ wordt geschreven. Straten van zuiver goud en schitterend als glas. Hm, dat zou slecht knikkeren worden.
Enige jaren geleden sprak ik met een priester over het voorgeborchte waar, zo leerde Rome lang, ongedoopte kinderen in een ‘staat van natuurlijk geluk’ verbleven. De priester: ,,Als jongen was ik misdienaar en ik wilde priester worden, maar het voorgeborchte leek me veel aantrekkelijker dan de hemel, die ik mij voorstelde als een hoogmis waar maar geen einde aan wil komen.’’
Het zou natuurlijk genoeg moeten zijn te weten dat later God alles in allen is. Maar juist omdat de eeuwigheid ons voorstellingsvermogen te boven gaat, zijn het niet alleen kinderen die niet echt warm lopen voor de eeuwigheid. Het is hier beneden voor veel mensen best genoeg. ‘Je weet immers wat je hebt, niet wat je krijgt.’
Daarom was het boek ‘Deadline’ van de Amerikaanse baptistenvoorganger Randy Alcorn halverwege de jaren negentig zo’n enorme hit onder christenen. Het is wat in de vergetelheid geraakt, maar ten onrechte. Degenen die het boek nog nooit gelezen hebben, missen echt iets. Het is beslist niet de best geschreven thriller - want dat is het - die ik ooit las, wel de meest prikkelende.
Alcorn begint met een ongeval waarbij journalist Jake Woods zijn twee beste vrienden verliest. Het boek volgt Woods, maar - en nu komt het - ook die vrienden, vooral de ene die naar de hemel gaat. Van veel mensen weet ik dat ze de fantastische voorstelling van Alcorn van de eeuwigheid als bijzonder troostend en aantrekkelijk hebben ervaren.