Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

maandag 18 januari 2010

Weer Hendrikse

Dominee Klaas Hendrikse laat weer van zich horen. De man van het veelgelezen en -besproken boek ‘Geloven in een God die niet bestaat’, blijkt ook niet te geloven in een kerkelijke tuchtprocedure.
Hij heeft een uitgebreide brief geschreven aan de landelijke synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN): hij heeft geen zin de rest van zijn predikantschap met zo’n slepende procedure opgescheept te zitten. Liever heeft hij een inhoudelijk gesprek.

Je kunt zo’n brief afdoen, zoals ik al ergens las, als een nieuw voorbeeld van de ijdeltuiterij van deze altijd net iets te bruine theoloog. Maar Hendrikse heeft wel een punt als hij zegt dat de uitslag van zo’n procedure al bij voorbaat vaststaat.
De kerkelijke rechtsgang moet antwoord geven op de vraag of Hendrikse zich binnen het belijden van de kerk beweegt. Nee, natuurlijk doet hij dat niet. Dat vindt hij zelf ook. En hij wijkt daar niet alleen sinds kort van af, dat doet hij al vele jaren.

Het is voorstelbaar dat de kerk het in zo’n individueel geval netjes, dus formeel, wil doen. Maar veel wezenlijker is het antwoord op de vraag die Hendrikse opwerpt en de kerk hardhandig opdringt: hoe wil de kerk omgaan met de vrijheid om te geloven.
Het gedrang bij lezingen van Hendrikse spreekt boekdelen. Er lopen ook veel mensen binnen de PKN rond die niet meer de traditionele geloofsopvattingen van de kerk willen ondertekenen. Die laat de kerk, zegt Hendrikse, in de kou staan.

De PKN koestert wat zij de pluriformiteit noemt. Maar mensen verlaten die kerk omdat die te vrijzinnig is en mensen verlaten die kerk omdat die te rechtzinnig is. De PKN heeft een groot probleem en Hendrikse maakt dat, op zijn eigenwijze, pijnlijk duidelijk.

zondag 17 januari 2010

Sms'en in de kerk

Tijdens de vieringen van de korpsen van het Leger des Heils vandaag en volgende week mag het mobieltje aan. Waarschijnlijk het liefst op de stille stand en het is niet de bedoeling dat uitgebreid tijdens de diensten gebeld gaat worden.

De oproep van de legerleiding is wel om te sms’en tijdens de collecte: ‘HAITI’ naar 4333. Daarmee wordt €2,50 overgemaakt aan de Noodhulp van het Leger in Haïti. De bezoekers wordt aangemoedigd om bij voorkeur een paar sms’jes te sturen.

Wie minder wil doneren kan naar hetzelfde telefoonnummer ‘NOOD’ sms’en. Dan wordt er €1,50 afgeschreven. Dat is weer een initiatief van Kerk in Actie, de hulporganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, die al eens eerder een sms-collecte hield.

U mag het ook gewoon thuis doen. En het hoeft niet er per se alleen op de dag des Heren.

zaterdag 16 januari 2010

Haïti


In veel kerken wordt morgen gebeden en gecollecteerd voor noodhulp in Haïti. En terecht. De eigen pijntjes en probleempjes staan op eens in een vals licht als je de ellende ziet die de zware aardbeving dinsdagnacht heeft aangericht.
In de bijlage van de LC staat vandaag een verhaal onder de kop ‘Een volk van zeikerds’. Degenen die op onze website op de aankondiging van dit verhaal reageerden, wisten weer een nieuwe dieptepunt te bereiken met hun commentaar.

In het verhaal komen een aantal min of meer deskundige mensen aan het woord die gezamenlijk constateren dat de gemiddelde Nederlander het te goed heeft gekregen. Het leven hoort naar onze smaak maakbaar te zijn. Gebeurt dat niet, dan is de wereld te klein.
Ikon-pastor Bram Grandia vindt dat we met z’n allen verplicht stage moeten lopen in een ontwikkelingsland. Loop maar eens een aantal dagen, 10 of 20 kilometer met een kruik om drinkwater te halen, zegt hij. Zoiets werkt erg relativerend.

Soms worden mensen in hun eigen leven door een drama getroffen. Het verlies van werk of, veel erger, het verlies van een geliefde. Bijvoorbeeld. En ook bij trouwe kerkgangers komen dan pas de grote vragen: God, waarom laat u dit gebeuren?
Het verdriet is natuurlijk te begrijpen. Maar ik vraag mij wel eens af waarom die vragen niet opkwamen bij het lezen van de krant of het kijken van het nieuws. Want ook zonder een uitzonderlijke ramp als in Haïti is de wereld een tragische plaats.

Iedere drie seconden sterft er ergens op het zuidelijk halfrond een kind onnodig. Wanneer we met z’n allen de boel wat beter en eerlijker zouden verdelen, zou dat niet meer gebeuren. Het is elke dag Haïti, als we het maar willen zien.

vrijdag 15 januari 2010

Lekker rekkelijk


De Remonstrantse Broederschap beleefde gisteren in het Arminiusjaar een feestdag. In Utrecht werd uitgebreid herdacht hoe exact vier eeuwen eerder de eerste versie van de Remonstrantie door 44 dominees werd ondertekend. Niemand weet meer in welke plaats dat gebeurde, maar het was absoluut een memorabel moment.
Hoewel de ondertekenaars dat niet voor ogen hadden, leidde de Remonstrantie uiteindelijk tot het ontstaan van de Broederschap, de eerste kerkscheuring in de nationale Gereformeerde Kerk. En in de tussentijd had de Acte van de rekkelijken, die het werk van theoloog Arminius voortzetten, de Nederlandse republiek onder hoogspanning gezet.

Dat wordt allemaal uitgebreid uitgelegd in het gisteren gepresenteerde boek ‘De Remonstrantie 400 jaar’ en de eenmalige glossy ‘Arminius - voorvechter van de vrije wil’. Het is een mooi blad geworden met mooie interviews en bijvoorbeeld ook een kritische analyse van Pauw & Witteman, waarin ik me volledig kan vinden.
Ook worden vragen beantwoord als: ‘Wat zijn precies remonstranten?’ In dit verband is ‘precies’ wel een aardig woord, want als rekkelijken werden zij door de preciezen te licht bevonden, met alle gevolgen van dien. Dat zo’n uitleg over Arminius en zijn nazaten niet overbodig is, bleek mij gisteren nog eens.

Gisteren vierden we op de redactie van de Leeuwarder Courant het hoogtepunt in het Arminiusjaar op afstand mee, omdat halverwege de ochtend drie grote Arminiustaarten werden bezorgd. Dat heeft een voorgeschiedenis die ik op deze plaats al uitgebreid - hier en hier - uit de doeken heb gedaan.
De remonstranten werden voor het Arminiusjaar geïnspireerd door het succesvolle Calvijnjaar. Calvijn zegt veel mensen nog wel wat, maar Arminius deed bij veel collega’s geen enkel licht opgaan. Ik legde het natuurlijk bereidwillig uit en de collega’s waren het er al etend over eens: rekkelijk, wat dat ook mag zijn, is lekker.

donderdag 14 januari 2010

Kerkbalans


Als je aalmoezen geeft, zegt Jezus in de Bergrede, dan moet je dat niet rondbazuinen. Dat is meer iets voor de huichelaars. Als je geeft voor anderen, dan moet je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet.
Die instructie zit bij veel kerkmensen diep. Ik ken er die om die reden tegen collectebonnen zijn. Die bonnen kun je via het kerkelijk bureau kopen en vervolgens in de collectezak doen. Het voordeel: je krijgt een kwitantie die je bij de Belastingdienst als gift kunt opvoeren.

Het goede dat in stilte wordt gedaan, wordt niet opgemerkt. Maar dat kan zich ook tegen je keren. Veel mensen, ook binnen de kerken, hebben geen idee wat die kerken doen. ‘Ach, wat stellen die kerken nog voor?’
Dat is de achtergrond waarom kerken tegenwoordig onderzoeken laten verrichten als ‘De kerk telt’, waarvan de resultaten gisteren in Utrecht bij de lancering van Kerkbalans, de jaarlijkse financiële actie van vijf kerkgenootschappen, zijn gepresenteerd.

De voornaamste conclusie: alleen al de leden van de Rooms-Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk leveren met sociale en culturele activiteiten een maatschappelijke bijdrage aan de samenleving die goed is voor minimaal €400 miljoen.
Kerken zullen zelfbewuster naar buiten moeten treden, werd bij de presentatie gezegd. De katholieke bisschop Gerard de Korte van Groningen-Leeuwarden, zei het nog eens zo: ,,Het kwade schreeuwt en het goede fluistert.’’ Dat laatste moeten de kerken dus versterken.

woensdag 13 januari 2010

Gsm-zegening


Een dierenzegening kende ik al. En een katholieke autozegening aan het begin van de zomervakantie, heb ik ook al meegemaakt. Sindsdien weet ik overigens dat je daar niet te dichtbij moet staan. Al te veel wijwater maakt een notitieblok onbruikbaar.
Maar de zegening van mobieltjes en laptops, dat kende ik nog niet. Predikant David Parrott heeft dat zondag gedaan in de anglicaanse St Lawrence Jewry Church in Londen, die vol zat met veel snelle carrièremannen en -vrouwen.

De gsm-zegening is dan wel nieuw, Parrott greep terug op een eeuwenoude traditie. Het was in de middeleeuwen goed gebruik dat de boeren op de eerste zondag na Driekoningen (6 januari) de ploegen naar de kerk brachten om die te laten zegenen.
De voorganger legde uit dat laptops en mobieltjes voor veel mensen in de plaats zijn gekomen van ploegscharen. In ieder geval in het financiële hart van de City, waar zijn kerk staat. Parrott wist zo een oude gewoonte weer relevant te maken.

Parrott gebruikte geen wijwater dat, hoe bijzonder ook, net zo schadelijk is voor elektronica als gewoon water. De predikant maakte voorin de kerk een zegenend gebaar over de laptops en richting de vele kerkgangers die hun gsm omhoog hielden.
Ik ben benieuwd wanneer zo’n zegening in mijn omgeving plaatsvindt. Dat kan ook in een protestantse kerk gebeuren. Ik beloof aan de eerste voorganger die het in Friesland organiseert, dat er in de krant ruime aandacht aan wordt besteed.

Niet alleen de computers en mobieltjes van zakenmensen hebben een zegen nodig, ook gewone mensen kunnen tijdens zo’n viering er bij bepaald worden hoeveel tijd computer en gsm vragen, of hoeveel echt goede contacten ze daarmee onderhouden.

dinsdag 12 januari 2010

Beraad van Huissen


Zegt u dat iets, het Beraad van Huissen? Dat geeft niet, het zei mij een paar uur geleden ook niets. Wat is het geval? Dit weekeinde heeft een groep van acht specialisten religiejournalistiek zich in het Dominacanenklooster in Huissen gebogen over principes oor religiejournalistiek. Dat heeft geresulteerd in een pamflet met vijf principes.
Natuurlijk heeft zo’n initiatief mijn warme interesse. Ook al was ik er ten onrechte niet bij en ook al ken ik de meeste collega’s van dat groepje van acht niet. Ik wist ook niet dat het nodig was om de integriteit binnen de religiejournalistiek te herijken. Maar, begrijp ik, het is nodig om al te simpele ‘identiteitsetiketten’ te overstijgen.

De aanslagen op 11 september 2001 toonden volgens de beraadsgroep aan dat religie internationaal een rol van betekenis speelt. In de berichtgeving de afgelopen jaren was volgens de groep sprake van overmatig identiteitsdenken, waardoor hele bevolkingsgroepen ook in de media snel en doeltreffend werden weggezet.
Religiejournalistiek, lees ik, staat voor de opgave om identiteitsbegrippen tot inzichtelijke en juiste proporties terug te brengen. Dat betekent ook oog krijgen voor complexiteit, want ook het religieuze leven is niet zo maar eventjes in een paar vette koppen te vangen. ,,Dit is een opgave, omdat complexiteit niet wordt gewaardeerd.’’

De groep heeft na de inleiding van deze strekking een paar mooie principes geformuleerd. Zoals ‘Het principe van balans’. Het klopt niet dat alleen de extremisten of buitenissige aspecten van religie de pers halen. ,,Een journalist die het belang van religie onderkent, heeft oog voor het detail en het eigene van een religie.’’
Of ‘Het principe van voldoende kennis’. Het is ten overvloede, staat in het pamflet, maar moet wel gezegd worden. De opstellers formuleren het mild, maar ik durf wel een stapje verder te gaan. Er wordt nog altijd met een gierend gebrek aan kennis en inzicht over religie en levensbeschouwing geschreven - als er al over geschreven wordt.

Als laatste wordt het ‘Principe van lichtvoetigheid en moed’ genoemd. Ze schrijven het niet, maar ze hadden natuurlijk dit weblog als lichtend voorbeeld voor ogen toen ze dit formuleerden. Het is waar, religieuze taal is voor veel mensen onverstaanbaar. Het is belangrijk om dit toegankelijk en - waar mogelijk, want veel verdraagt geen scherts - met humor te brengen.

U begrijpt, het Beraad van Huissen kan niet alleen op mijn interesse, maar ook mijn warme sympathie rekenen.

maandag 11 januari 2010

Niet islam


Wat is nu echt Nederlands? Wat is een echte oprjochte Fries? Wat is een echte fan van Elvis? Wat is de echte islam? Wat is het echte christendom? Wat is normaal en wat is de uitzondering op de regel? En wie bepaalt dat?
Voor het Journaal stond Amerikacorrespondent Eelco Bosch van Rosenthal voor de rechtbank in Detroit verslag te doen van de voorgeleiding van Umar Farouk Abdulmutallab, de Nigeriaan die een vliegtuig zou hebben willen opblazen.

Bosch van Rosenthal had al met verontwaardigde moslims gesproken in de wijk waarop het vliegtuig, als Umar in zijn opzet was geslaagd, zou zijn neergestort. En achter hem bij de rechtbank zagen we ook moslims demonstreren.
‘Not in the name of Islam’, viel duidelijk te lezen op een spandoek. Oftewel: dergelijk geweld heeft niets met de islam te maken. De demonstratie is begrijpelijk: elke keer blijkt dat vreedzame moslims in het Westen de gevoelstemperatuur voelen dalen na religieus geweld.

Hoe begrijpelijk ook, zo’n spandoek is te gemakkelijk. Is de uitleg van ‘jihad’ als de gewapende strijd tegen ongelovigen geen islam? Wie bepaalt dat? Natuurlijk is het wel islam. Omdat er hele volksstammen in allerlei moslimlanden zijn die dat wel vinden.
Die redenering kom je ook bij andere religies tegen. ‘Fundamentalistisch’ christendom, dat bijvoorbeeld fel tegen abortus is, is geen christendom. O nee, er zijn alleen al in de Verenigde Staten miljoenen die daar toch wel even anders over denken.

Zou het niet zo kunnen zijn dat degenen die niets moeten hebben van de hardliners in hun religie, degenen zijn die het niet begrepen hebben? De mannen die achter Eelco demonstreerden zijn ongetwijfeld sympathiek, maar wellicht het religieuze spoor bijster.
Stel dat het antwoord op de vraag wat de juiste islam is bepaald wordt door de helft van de gelovigen plus één - redelijk toch? En stel, de hele moslimwereld zou die vraag beantwoorden. Ik ben er niet gerust op of de spandoekdragers in Detroit gelijk zullen krijgen.

zaterdag 9 januari 2010

Kerkdienst thuis


Tijdens de eerste besneeuwde zondag, een paar weken geleden, liep ook het kerkelijk leven vast. In ieder geval hier in Friesland. Ik maakte een belrondje en hoorde van diensten die waren afgelast, dominees en organisten die te laat of helemaal niet kwamen en overal kerken waar slechts een handjevol leden was komen opdagen.
Later sprak ik iemand die er van overtuigd was dat dat laatste in vroeger tijden veel minder voorkwam. Goed, de ouden van dagen bleven thuis. Maar jongere mensen trotseerden natuurlijk de sneeuw. Met de auto of de fiets? Natuurlijk niet. Lopend. Sommigen waren elke zondag zo normaal al uren onderweg.

Vermoedelijk heeft de man gelijk. Je hoort ook steeds vaker dat mensen genoeg alternatieven hebben. Thuis kun je ook kerkdiensten volgen. Lekker makkelijk. De ‘Hour of Power’ van Robert Schuller uit de Crystal Catherdral in Los Angeles schijnt populair te zijn, ondanks het vroege uur: op RTL5 om 8.00 uur en om 9.00 uur.
En dan is er natuurlijk ook de Zendtijd voor Kerken die zowel kerkdiensten op tv als de radio verzorgt. Op internet kun je ook uitgebreid terecht. Je kunt al dan niet eigen kerkdiensten live of later beluisteren en in sommige gevallen ook bekijken. Via kerkomroep.nl bijvoorbeeld. Of kerkdienstgemist.nl. Zo kun je te kust en te keur.

Wie denkt dat de kerkdiensten door Zendtijd voor Kerken zo maar worden geregistreerd, heeft het mis. De vrijgemaakte predikant Adrian Verbree uit Hardenberg schrijft deze week in zijn column in ‘Visie’ van de EO wat aan de uitzending van de kerkdienst uit zijn kerk op 6 december vooraf ging. Zo’n registraties blijkt niet alleen een eer, maar ook een opgave.
Verbree kreeg allerlei instructies over wat hij vooral niet mocht: wiebelen en woord’n inslikk’n bijvoorbeeld. Hij werd zelfs voor een stoomcursus naar trainer Judith ‘Tweekamp’ Bosch in Hilversum gestuurd. Als je dat weet, is het gewoon zonde als iedereen naar de kerk gaat in plaats van naar Zendtijd voor Kerken te kijken. Sneeuw of geen sneeuw.

vrijdag 8 januari 2010

Kerk op Marktplaats


Wat doe je als je als lokale kerkgemeenschap het hoofd niet meer boven water kunt houden? Je doet jezelf in de aanbieding op Marktplaats. Het korps Delfzijl van het Leger des Heils kwam op dat geweldige idee.
Met het Leger des Heils als landelijke organisatie gaat het niet zo rooskleurig, zo werd vorig jaar bekend. Met het korps in Delfzijl ook niet. Al jaren zien de lokale heilssoldaten dat hun aantal gestaag achteruit loopt.

Het pand aan de Singel in Delfzijl was ooit een synagoge, maar het is nu bekend als korpsgebouw. Het is eigendom van de stichting Leger des Heils en wordt gehuurd door het lokale korps. En dat krimpende korps kan de kosten haast niet meer opbrengen.
Het gebouw staat overigens niet onder ‘Aangeboden’. Boven de advertentie staat: ‘Gezocht: wilt u het Leger des Heils helpen…’. Majoor Teunes Scholtens legt uit: ,,Het doel is een constructie te vinden zodat deze vestiging open kan blijven.’’

Het Leger des Heils, benadrukt Scholtens, zal zich niet terugtrekken uit Delfzijl. Maar het zoekt wel een alternatief, goedkoper onderkomen. En de advertentie wil mensen opwekken om het korps aan zo’n nieuwe ruimte te helpen.
Behalve tips wil het Leger ook graag serieuze gegadigden voor het huidige gebouw. Er staan daarom ook wat plaatjes van de kerk bij. Wellicht is het tijd voor een stichting om, net als elders, het joods verleden recht te doen en de synagoge in ere te herstellen.

woensdag 6 januari 2010

Arminiustaarten


Het is al weer een tijdje geleden, het was in oktober, dat ik schreef dat de remonstranten iets goed hadden te maken. Diverse perscontacten van de Remonstrantse Broederschap hadden een feestelijke Arminiustaart ontvangen met als aanleiding dat het precies vier eeuw geleden was dat de remonstrantse voorman stierf. De Leeuwarder Courant echter niet.
Ik had, zo schreef ik, graag mijn tanden gezet in de vrijzinnige voorman, om wie indertijd bijna een burgeroorlog ontstond, waarbij Van Oldenbarnevelt zijn hoofd verloor, Hugo de Groot achter slot en grendel in slot Loevestein belandde en om wie uiteindelijk de roemruchte synode van Dordrecht van 1618-’19 werd gehouden.

Door alle drukte dreigde ik het haast te vergeten, maar ik kreeg even voor kerst een mailtje van Tom Mikkers, algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap. Hij had mijn weblog onder ogen gekregen en vond na lezing dat hij iets recht moest zetten, zo schreef hij. En hij deed er handig een persbericht bij.
Op 14 januari, zo meldde het bericht, wordt herdacht dat vierhonderd jaar geleden de Remonstrantie werd ingediend bij de overheid door hofpredikant en arminiaan Johannes Uytenbogaert. Dit bezwaarschift vroeg ruimte voor een rekkelijk christendom en om bescherming tegen de aanvallen van de precieze calvinisten.

Er wordt, in navolging en naar voorbeeld van het succesvolle Calvijnjaar, ook een glossy gepresenteerd rond Arminius, een toneelstuk en een boekje over dat vier eeuwen oude pleidooi voor tolerantie. Een en al feestelijkheden dus. En daar mochten wij ook in meedelen, zo schreef Mikkers in het begeleidende mailtje.
Hij schreef: ,,Als kers op de taart/klap op de vuurpijl… ik zal er voor zorg dragen dat op 14 januari bij 400 jaar remonstrantie een Arminiustaart wordt geleverd bij de redactie van Leeuwarder Courant. Omdat we wat goed te maken hebben stuur ik een paar taarten extra, zodat er genoeg is voor iedereen.’’

Nog een paar nachtjes slapen.

dinsdag 5 januari 2010

Bedrijfsbidstond


U weet het misschien niet, maar de kans bestaat dat er op uw werk geregeld een groepje mensen in de lunchpauze bijeenkomt om de handen te vouwen. Die collega’s bidden dan onder meer voor u.
Nee, daarvoor hoeft u niet bij de Evangelische Omroep, het Friesch Dagblad of een andere christelijke organisatie te werken. Er wordt ook regelmatig groepsgewijs gebeden bij een houthandel bijvoorbeeld, of bij een bedrijf als AkzoNobel.

De website Bedrijfsgebed.nl meldt dat het aantal bedrijven en organisaties met een geregistreerde bedrijfsbidstond langzaam maar zeker toeneemt. Begin vorig jaar ging het om 165 initiatieven, nu zijn dat er 178.
,,Een christelijk foldertje kun je weggooien, een christelijk tv-programma kun je wegzappen, maar een christen op je werk kun je niet ‘uit’ zetten’’, zo valt in een persbericht op de site te lezen, geschreven door Maarten Pijnacker Hordijk die al sinds 1986 is betrokken bij zogenaamde pauzebidstonden bij de NS in Utrecht.

In het persbericht staat ook een kritische noot. Het blijkt lastig om kerken te interesseren voor ,,christen-zijn op werk’’. ,,Het lijkt wel of ze hiervoor een blinde vlek hebben en meer oog hebben voor hun eigen koninkrijkje.’’ Zo. Ik neem aan dat een belangrijk gebedspunt is.
De website verbaasd zich er ook over dat ,,nog erg veel christenen nogal wat koudwatervrees hebben om samen met elkaar te bidden. Terwijl dat toch het hart van hun geloof is! Heel opvallend dus eigenlijk.’’

De site weet verder te melden dat ,,Gods lessen aan de ondernemer’’ een bedrijf tot bloei kunnen laten komen. In deze ook voor krantenbedrijven barre tijden, is dat wellicht een verdienmodel dat ik eens aan mijn baas moet melden.

Naschrift:
Een collega wees mij erop dat de redactie van de LC al sinds mensenheugenis iedere morgen een ‘ochtendgebed’ kent. Hij heeft gelijk. Maar of dat meetelt - het is namelijk gettotaal voor het voorpaginaoverleg.

maandag 4 januari 2010

Eva's fatale hap

Het is nog even wennen dat kerken steeds professioneler aan de weg timmeren. Soms hoor je het een oudere spreker in een zaaltje bij een kerk nog wel eens per vergissing zeggen: ,,Ik laat nu een stencil rondgaan.’’
Bedoeld wordt natuurlijk een ‘laserprintje’, ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een stencil heb gezien. Kerkbladen worden nu ook vaker per mail als pdf verstuurd. Het knip- en plakwerk ziet er steeds strakker uit.

Maar, zoals de zes predikanten van de Protestantse Gemeente te Sneek nu de boer op gaan, is toch weer even een stapje verder. Ze bieden vanaf woensdag 20 januari iedere twee weken een bijbel-bijspijkercursus aan. Zes dominees, zes avonden, zes verhalen.
De uitnodiging voor de minicursus ronkt. De avonden zijn ,,voor iedereen die ergens een bijbel in de kast heeft staan, maar nooit verder kwam dan Adam en Eva’’. De predikanten willen met de korte serie ,,de bijbel afstoffen’’.

,,Voorkennis is niet nodig en zelfs niet gewenst, we beginnen bij nul.’’ Aardige, wervende formulering. En wat dacht u van deze: ,,Nee, we willen je niet bekeren. En redden doen we ook niet aan.’’ Dat moet de drempel wel verlagen.
De postertjes zijn helemaal vet. Vooral die ene met dat plaatje dat ik hierbij heb gezet. Deze poster betreft de eerste cursusavond die als thema heeft: ‘Eva’s fatale hap.’ Ik zag al vaak een uitnodiging voor een bijbelcursus, maar nog nooit zo eentje.

vrijdag 1 januari 2010

Vurige kolenkaarten

We hebben er weer een paar binnen: kaarten met de beste wensen die overduidelijk in tweede ronde zijn verstuurd. Niet omdat er aan ons gedacht was, maar omdat wij de bewuste mensen een kaart hadden gestuurd.
Ik ken iemand die daar een sport van heeft gemaakt. Die wacht tot het laatste moment met sturen en doet dan een ladinkje de deur uit, gericht aan mensen van wie zij vindt dat die haar een kaartje hadden moeten sturen.

Die kaarten op de valreep aan hen die in gebreke bleven, staan in kleine kring bekend als de ‘vurige kolenkaarten’. Naar de uitdrukking ‘vurige kolen op iemands hoofd hopen’, die als zoveel uitdrukkingen uit de bijbel komt.
Voor de geïnteresseerden: het staat in hoofdstuk 25 van Spreuken, vers 21 en 22: ‘Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, en de HEER zal je belonen.’

Eigenlijk is het een vreemd ritueel: we sturen de beste wensen naar mensen van wie we uit ervaring weten dat die ons ook de beste wensen sturen. In een aantal gevallen is dat ook het enige contact dat we met die personen hebben.
Met nieuwjaarswensen in levende lijve bestaat een zekere verlegenheid. Hele volksstammen zien op tegen - in dit geval - maandag, wanneer er weer hele hordes collega’s afgewerkt moeten worden. En dan volgt vaak ook nog de nieuwjaarsreceptie.

Er is helaas geen echte houdbaarheidsdatum aan dat Nieuwjaar wensen. Recepties gaan tot ver in januari door. Gelukkig wordt steeds vaker teruggegrepen op een oud kerkelijk gebruik dat het gewens alleen tot Driekoningen op 6 januari zou mogen.
Nieuwjaarswensen zouden traditioneel horen bij het octaaf (een achtdaagse periode volgend op een kerkelijk feest) na het feest van Jezus’ besnijdenis dat acht dagen na diens geboorte plaatsvond - 1 januari dus.

In de praktijk werd vooral het feest van Driekoningen, wanneer iedereen ter kerke ging, aangegrepen om elkaar de beste wensen te geven. Maar aangezien we dat niet meer doen, dus maar zo: een gezegend Nieuwjaar!