Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

dinsdag 12 januari 2010

Beraad van Huissen


Zegt u dat iets, het Beraad van Huissen? Dat geeft niet, het zei mij een paar uur geleden ook niets. Wat is het geval? Dit weekeinde heeft een groep van acht specialisten religiejournalistiek zich in het Dominacanenklooster in Huissen gebogen over principes oor religiejournalistiek. Dat heeft geresulteerd in een pamflet met vijf principes.
Natuurlijk heeft zo’n initiatief mijn warme interesse. Ook al was ik er ten onrechte niet bij en ook al ken ik de meeste collega’s van dat groepje van acht niet. Ik wist ook niet dat het nodig was om de integriteit binnen de religiejournalistiek te herijken. Maar, begrijp ik, het is nodig om al te simpele ‘identiteitsetiketten’ te overstijgen.

De aanslagen op 11 september 2001 toonden volgens de beraadsgroep aan dat religie internationaal een rol van betekenis speelt. In de berichtgeving de afgelopen jaren was volgens de groep sprake van overmatig identiteitsdenken, waardoor hele bevolkingsgroepen ook in de media snel en doeltreffend werden weggezet.
Religiejournalistiek, lees ik, staat voor de opgave om identiteitsbegrippen tot inzichtelijke en juiste proporties terug te brengen. Dat betekent ook oog krijgen voor complexiteit, want ook het religieuze leven is niet zo maar eventjes in een paar vette koppen te vangen. ,,Dit is een opgave, omdat complexiteit niet wordt gewaardeerd.’’

De groep heeft na de inleiding van deze strekking een paar mooie principes geformuleerd. Zoals ‘Het principe van balans’. Het klopt niet dat alleen de extremisten of buitenissige aspecten van religie de pers halen. ,,Een journalist die het belang van religie onderkent, heeft oog voor het detail en het eigene van een religie.’’
Of ‘Het principe van voldoende kennis’. Het is ten overvloede, staat in het pamflet, maar moet wel gezegd worden. De opstellers formuleren het mild, maar ik durf wel een stapje verder te gaan. Er wordt nog altijd met een gierend gebrek aan kennis en inzicht over religie en levensbeschouwing geschreven - als er al over geschreven wordt.

Als laatste wordt het ‘Principe van lichtvoetigheid en moed’ genoemd. Ze schrijven het niet, maar ze hadden natuurlijk dit weblog als lichtend voorbeeld voor ogen toen ze dit formuleerden. Het is waar, religieuze taal is voor veel mensen onverstaanbaar. Het is belangrijk om dit toegankelijk en - waar mogelijk, want veel verdraagt geen scherts - met humor te brengen.

U begrijpt, het Beraad van Huissen kan niet alleen op mijn interesse, maar ook mijn warme sympathie rekenen.