Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

zaterdag 16 januari 2010

Haïti


In veel kerken wordt morgen gebeden en gecollecteerd voor noodhulp in Haïti. En terecht. De eigen pijntjes en probleempjes staan op eens in een vals licht als je de ellende ziet die de zware aardbeving dinsdagnacht heeft aangericht.
In de bijlage van de LC staat vandaag een verhaal onder de kop ‘Een volk van zeikerds’. Degenen die op onze website op de aankondiging van dit verhaal reageerden, wisten weer een nieuwe dieptepunt te bereiken met hun commentaar.

In het verhaal komen een aantal min of meer deskundige mensen aan het woord die gezamenlijk constateren dat de gemiddelde Nederlander het te goed heeft gekregen. Het leven hoort naar onze smaak maakbaar te zijn. Gebeurt dat niet, dan is de wereld te klein.
Ikon-pastor Bram Grandia vindt dat we met z’n allen verplicht stage moeten lopen in een ontwikkelingsland. Loop maar eens een aantal dagen, 10 of 20 kilometer met een kruik om drinkwater te halen, zegt hij. Zoiets werkt erg relativerend.

Soms worden mensen in hun eigen leven door een drama getroffen. Het verlies van werk of, veel erger, het verlies van een geliefde. Bijvoorbeeld. En ook bij trouwe kerkgangers komen dan pas de grote vragen: God, waarom laat u dit gebeuren?
Het verdriet is natuurlijk te begrijpen. Maar ik vraag mij wel eens af waarom die vragen niet opkwamen bij het lezen van de krant of het kijken van het nieuws. Want ook zonder een uitzonderlijke ramp als in Haïti is de wereld een tragische plaats.

Iedere drie seconden sterft er ergens op het zuidelijk halfrond een kind onnodig. Wanneer we met z’n allen de boel wat beter en eerlijker zouden verdelen, zou dat niet meer gebeuren. Het is elke dag Haïti, als we het maar willen zien.