De opkomst voor de griepprik is beduidend lager in streken waar veel ‘zware’ gelovigen wonen, zo las ik. Dat gaat dus met name over de Veluwe en andere delen van de bible belt die in Zeeland begint en ergens richting het Noorden zachtjesaan doodbloedt.
Verrassend is die lagere opkomst natuurlijk niet. Vaccineren is al jaren iets wat niet massaal wordt omarmd door het bevindelijk-gereformeerde volksdeel, ook wel bekend als de zwartekousenkerken. Zeg maar de SGP-achterban.
Inenten wordt gezien als ingrijpen in Gods voorzienigheid, een mooie term uit het oude gereformeerde belijden. God, leert de Heidelbergse Catechismus, laat zijn kinderen alles uit zijn vaderhand toekomen. Rijkdom, maar ook armoede. Gezondheid, maar ook ziekte.
Eén van de grote verschilpunten tussen bevindelijk-gereformeerden en orthodox-gereformeerden (vanouds de ChristenUnie-achterban) is dat die laatste Gods voorzienigheid nuanceren door ook de eigen verantwoordelijkheid van mensen in te brengen.
Het is zelfs voor andere gereformeerden moeilijk na te volgen hoe de ‘zware’ gereformeerden denken. Het onderwerp ligt ook in eigen kring genuanceerd. Zeker sinds polio-uitbraken op de Veluwe, waarna een aantal kinderen voor het leven verlamd raakte.
In plaats van intenten, waarbij met een dood vaccin een mogelijke polio-infectie wordt voorkomen, bleek het anti-poliosuikerklontje wel aanvaardbaar, omdat dit een levend vaccin bevat en daardoor als geneesmiddel kon worden gezien.
Je moet uit een bevindelijk nest komen, om echt te kunnen aanvoelen waar het brekende punt zit. Ik heb tegen een ‘zware’ Zeeuw wel eens aangevoerd dat er geen principieel verzet tegen de dijken bestond - God stuurt toch ook het water en de storm? - maar dat was iets anders.
Bij de foto: een man die in een rolstoel belandde, omdat zijn ouders hem op religieuze gronden niet wilde inenten, demonstreerde in de jaren zeventig bij een kerk in Elspeet: ‘Ik smeek u: doe dit uw kind NIET aan!!’
Verrassend is die lagere opkomst natuurlijk niet. Vaccineren is al jaren iets wat niet massaal wordt omarmd door het bevindelijk-gereformeerde volksdeel, ook wel bekend als de zwartekousenkerken. Zeg maar de SGP-achterban.
Inenten wordt gezien als ingrijpen in Gods voorzienigheid, een mooie term uit het oude gereformeerde belijden. God, leert de Heidelbergse Catechismus, laat zijn kinderen alles uit zijn vaderhand toekomen. Rijkdom, maar ook armoede. Gezondheid, maar ook ziekte.
Eén van de grote verschilpunten tussen bevindelijk-gereformeerden en orthodox-gereformeerden (vanouds de ChristenUnie-achterban) is dat die laatste Gods voorzienigheid nuanceren door ook de eigen verantwoordelijkheid van mensen in te brengen.
Het is zelfs voor andere gereformeerden moeilijk na te volgen hoe de ‘zware’ gereformeerden denken. Het onderwerp ligt ook in eigen kring genuanceerd. Zeker sinds polio-uitbraken op de Veluwe, waarna een aantal kinderen voor het leven verlamd raakte.
In plaats van intenten, waarbij met een dood vaccin een mogelijke polio-infectie wordt voorkomen, bleek het anti-poliosuikerklontje wel aanvaardbaar, omdat dit een levend vaccin bevat en daardoor als geneesmiddel kon worden gezien.
Je moet uit een bevindelijk nest komen, om echt te kunnen aanvoelen waar het brekende punt zit. Ik heb tegen een ‘zware’ Zeeuw wel eens aangevoerd dat er geen principieel verzet tegen de dijken bestond - God stuurt toch ook het water en de storm? - maar dat was iets anders.
Bij de foto: een man die in een rolstoel belandde, omdat zijn ouders hem op religieuze gronden niet wilde inenten, demonstreerde in de jaren zeventig bij een kerk in Elspeet: ‘Ik smeek u: doe dit uw kind NIET aan!!’