zaterdag 28 november 2009
Het verdriet van Drachten
Veel mensen in de afgeladen kerkzaal hoopten op een duidelijk antwoord. Hoe de leegloop van de kerk te keren? Het probate middel werd echter niet aangereikt, donderdagavond in de protestantse wijkkerk de Oase in Drachten, waar onder anderen godsdienstsocioloog Hijme Stoffels van de Vrije Universiteit het woord voerde.
De avond was georganiseerd door het Friesch Dagblad en VU Connected en had een merkwaardig thema: ‘PKN implodeert, behalve in Drachten’. Volgens de uitnodiging zou de Protestantse Kerk in Nederland dan wel afkalven, maar de aanhang in Drachten groeien. Dat is aantoonbaar onjuist, zoals al snel op de avond werd vastgesteld.
Het verdriet van de Protestantse Gemeente te Drachten werd geregeld genoemd: de megakerk van de Vrije Baptistengemeente Bethel van dominee Orlando Bottenbley groeit niet in de laatste plaats als kool door de velen die de PKN verruilen voor zijn kerk. Om de warmte en aandacht, omdat daar het Woord daar nog onversneden wordt verkondigd.
Drachten gold lang als het gereformeerde bolwerk bij uitstek (de gereformeerden gingen op in de PKN). En nog altijd heeft de Protestantse Gemeente met pakweg 8700 zielen een omvang om jaloers op te zijn. Maar de kerk was ooit nog veel groter. Velen herinneren zich nog de drie volle kerken in wijk Noord, waarvoor nu die ene Oase in de plaats is gekomen.
Het verdriet van Drachten, is ook het verdriet van de landelijke kerk. Steeds meer mensen kunnen het niet vinden in de PKN. En onder degenen die wel blijven, bestaat geregeld ook onvrede. Dat bleek donderdagavond ook in de zaal. Een vrouw bleef al een half jaar weg omdat het ,,te gezellig was’’, een man miste de rechtzinnige prediking.
Stoffels kwam in Drachten dan wel niet met dé oplossing, maar in het verleden heeft hij wel dingen gezegd die een eind in de richting komen. Zo zei hij in 2001 in een interview dat ik met hem had: ,,Kies voor een duidelijke identiteit. Een kerk moet ergens voor staan in plaats van alle kikkers in de kruiwagen proberen te houden.’’
Misschien is hem gevraagd om dat niet zo nadrukkelijk te zeggen in de Oase. Want juist ook die wijkkerk gaat gebukt onder de pluraliteit die zo warm ‘veelkleurigheid’ wordt genoemd. De een vindt de kerk te lichtzinnig, de ander te behoudend. En ook daar blijkt dat dit tot een weinig heilzame onrust leidt.