Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

maandag 10 augustus 2009

Ontkerkelijking (2)


Voor de eigenzinnigheid van de Friezen als het over religie gaat - zie mijn vorige bijdrage - zijn meer aanwijzingen in de provinciale kerkgeschiedenis. Te beginnen natuurlijk met de manier waarop in 754 bij Dokkum de uitdrager van een vreemde godsdienst - Bonifatius en zijn 52 gezellen - het zwijgen werd opgelegd. Een beeld herinnert daar nog aan (zie foto).
Een aardige illustratie wordt gevormd door een van de jubilea die de Leeuwarder Titus Brandsmaparochie dit jaar uitgebreid viert: de instelling van een Fries bisdom 450 jaar geleden. De paus in Rome vond dat ze in deze landstreken wel erg hun eigen gang gingen en wilde met zo’n bisschop in 1559 directere controle.

De paus kon dat wel willen, maar de Friezen stelden zich zo agressief op dat de eerste, beoogde bisschop eieren voor zijn geld koos en besloot maar niet zijn zetel in de Vituskerk naast de Oldehove in Leeuwarden in bezit te nemen. Pas tien jaar later kwam er een tweede kandidaat die daadwerkelijk bisschop werd: Cuneris Petri.
Onlangs schreef ik hier al over ‘Van Vitus naar Titus’, het mooie boekje met een stadswandeling langs het katholieke verleden in Leeuwarden. Dat begint helaas met een foutje. Die eerste, geweerde bisschop is blijkbaar zo in de vergetelheid geraakt dat de samenstellers schrijven dat Cuneris in 1559 kwam.

Cuneris Petri werd in februari 1570 met veel vertoon binnengehaald. Vlaggen, klokgelui, kanonschoten, feestelijke optocht. Waren de Friezen op eens zo Romegezind geworden? Nee, maar Alva had als bevelhebber van de Spaanse troepen een inspecteur gestuurd. De Friezen moesten toen wel leuk meedoen, wilden ze zich geen strafexpeditie op de hals halen.
Nog geen tien jaar later werd Cuneris af- en gevangen gezet en in 1580, toen Friesland voor Oranje en het protestantisme kozen, werd hardhandig met alles wat paaps was, afgerekend. De losbandigheid en macht van de kloosters (ze hadden een derde van het land in bezit) was de Friezen al lang een doorn in het oog.

De Amelander Jan de Jong, van 1936 tot 1951 aartsbisschop van Utrecht, zei eens dat de katholieke kerk het aan zichzelf te wijten heeft dat het katholicisme hier zo weggevaagd is. Wie een kaartje bekijkt van het aantal katholieken in Nederland, ziet dat die het minste voorkomen in de noordelijke provincies.