Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

woensdag 4 februari 2009

Bekeerde Knevel


Hoe zal ik het netjes formuleren? Ik heb gisteravond met gemengde gevoelens gekeken naar het EO-programma ‘’t Zal je maar gebeuren’, dat aan het begin van dit Darwinjaar geheel in het kader stond van schepping en evolutie. Een onderwerp dat de EO al sinds de oprichting na aan het hart ligt.
Het siert de EO dat open en eerlijk naar het verleden werd gekeken. Zo kwamen fragmenten uit EO-uitzendingen uit de jaren zeventig voorbij, waarin met overtuiging het creationisme werd uitgedragen, het geloof dat God de wereld letterlijk in zes dagen heeft geschapen en dat vanuit dat gezichtspunt wetenschap moet worden beoefend. En er werden fragmenten getoond uit een reeks BBC-documentaires, die recent door de EO waren geschrapt, omdat daarin de evolutieleer werd verkondigd.

EO-voorman Andries Knevel getuigde dat hij geen creationist meer is en ook geen aanhanger meer van het ‘intelligent design’, net als de wetenschapper Cees Dekker, die deze theorie enige jaren geleden in Nederland introduceerde. Volgens die opvatting kom je als wetenschapper vanzelf tot de conclusie dat de ingenieuze structuur van de wereld niet bij toeval kan zijn ontstaan. Beiden geloven, zo legden ze uit, nu simpelweg in de evolutieleer, zonder daarbij God uit het oog te verliezen.
Ook de christelijke wetenschapper Willem Ouweneel legde uit dat Genesis 1 natuuuuuurlijk niet bedoeld is om letterlijk gelezen te worden. Het idee alleen al! Ja ja. Misschien is het er uit geknipt, maar je zag hem niet hoofdschudden over de manier waarop ook hij indertijd voor de EO en op bijvoorbeeld de Evangelische Hogeschool jarenlang het creationisme erin ramde en dramde.
De opvatting dat de evolutieleer idioterie was, is lang uiterst dogmatisch uitgedragen door de EO-coryfeeën. De boodschap is veranderd, maar de stelligheid en arrogantie is gebleven. Nieuwe wijn in oude zakken.

Knevel erkende wel ruiterlijk dat hij was veranderd, ondertekende zelfs een verklaring waarin hij toegaf nageslacht en EO-achterban in het verleden anders te zijn voorgegaan. Hij wilde echter daarin niet het woordje ‘dwaalspoor’ gebruiken. Geweldig hoor, zo’n eerlijke bekeerling. Maar waar blijven de excuses? Waar blijft de bereidheidverklaring om nazorg te bieden aan al diegenen uit de EO-achterban die zwaar in verwarring zijn door hun voormannen die hen met al hun voortschrijdend inzicht in de kou laten staan?
Johan Huibers, de man die de ark van Noach nabouwde (en daarmee volgende week van Amsterdam naar Drachten komt), getuigde in het programma blijmoedig dat hij nog altijd in zes letterlijke scheppingsdagen gelooft. En dat in ieder geval een belangrijk deel van de EO-achterban dat ook nog doet. Zo werd zijn ark de afgelopen jaren door een slordige driehonderdduizend mensen bezocht. Knevel en Ouweneel hebben aan al die mensen niet alleen wat uit te leggen, maar ook heel wat goed te maken.