In een item van de Wereldomroep zag ik laatst een paar christelijke gezinnen die zich gedwongen zien om hun geloof te verdedigen. Ieders overtuiging is heilig, zo werd gezegd, maar als je christen bent, kan van alles worden geroepen.
Het wordt wel vaker geconstateerd. Zo van: als het over Jezus gaat, dan is het niet erg en mag je van alles zeggen. Maar zou je hetzelfde over de profeet Mohammed roepen, dan zou de wereld te klein zijn.
Enige maanden geleden kregen christenen die het gevoel hebben dat ze niet serieus worden genomen, steun uit onverdachte hoek: in zijn boekje ‘God is gek’ nam auteur Kluun de ‘dictatuur van het atheïsme’ op de korrel. Ik schreef er hier over.
Er is sprake van een hernieuwde bewustwording in christelijke kring: je hoeft niet alles te pikken en je moet niet alles onweersproken te laten. Maar ook is er steeds weer de vraag: moet je eigenlijk wel op alles reageren?
Neem nu Elton John. Er is ophef over wat de Britse zanger in het Amerikaanse tijdschrift ‘Parade’ heeft gezegd. Hij noemde Jezus in één adem niet alleen intelligent en barmhartig, maar ook een homoseksueel.
John wil natuurlijk provoceren. Alweer. In het verleden heeft hij ook al eens dingen geroepen als dat religie uitgebannen moet worden. Succes, weet hij, is verzekerd. Je krijgt media-aandacht en reacties. En inderdaad, ook nu zitten weer mensen in de gordijnen.
Maar, moet je die man die lol gunnen? Het zou toch ook wat zijn wanneer John een steen in de vijver denkt te gooien en er ontstaat geen enkele rimpeling. Niet omdat gelovige christenen alles maar incasseren, maar soms ook gewoon wijzer zijn.