Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

zaterdag 26 september 2009

Stille tijd

Een beetje goede vakantie is een en al 'stille tijd'. Maar in het jachtige leven iedere dag een moment vrijmaken voor meditatie is een mooi ideaal dat lang niet iedereen kan opbrengen. En er zijn er die dat intussen wel betreuren. Voor deze mensen heb ik een aardige tip, die ik tegenkwam in de sacristie tussen het klooster en de kerk van de dominicanen in Zwolle.
Bevestig een boekenhouder boven je wastafel, zet daarop een stichtelijk boek open en benut de tijd voor het tandenpoetsen ook geestelijk. Misschien ga je er ook vanzelf langer door poetsen. En misschien vergaat het je wel als mijn vader die wel eens riep na het lezen van een bijbelgedeelte en een overdenking in het bijbels dagboek na het avondeten: ,,Ik kan bijna niet wachten tot morgen!’’

Korte Metten is op vakantie.

woensdag 23 september 2009

En ik neem mee (3)


Tijdens een bezoek aan New York kreeg ik voor mijn geïrriteerde lippen wel een heel opvallende lipbalsem cadeau. Het plaatje spreekt voor zich. Het is lip balm van het merk ‘Lookin’ Good for Jesus’.
Ik ben wel geïntrigeerd wie nu zoiets op de markt brengt. ‘Lookin’ Good for Jesus’ blijkt een hele productlijn te zijn. Behalve lipbalsem is er ook een spiegeltje waarin je kunt checken of je er echt zo goed uitziet, badschuim, een crème enz.

Er staan instructies bij dat je gereed moet zijn, en waardig. Het is niet eens zo gek om door zo’n lippenstift in je zak geregeld herinnerd te worden aan het feit dat je je moet onderscheiden.
Ik vind het aardiger dan die artikelen met WWJD op een armbandje, T-shirt of tas. Het is geheimtaal voor What Would Jesus Do - wat zou Jezus doen? Wie op deze kreet googelt op afbeeldingen, komt veel daardoor uitgelokte rottigheid tegen.

Korte Metten is op vakantie.

zaterdag 19 september 2009

En ik neem mee (2)

Ik hou van een frisse mond (dat zouden meer mensen moeten doen). Mijn vader had altijd pottertjes bij zich en dat vond ik als kind al een goede gewoonte. Ik hou het, modern als ik ben, bij mints. Wat ik onder meer in mijn tas heb zitten zijn de mini mints van King - met het uit de kerk zo vertrouwde logo.
Ze smaken overigens absoluut niet als de vertrouwde, grote pepermunten. En dat vind ik prima, want die smaak hoort echt bij de kerkgang. Ik krijg er wel eens eentje aangeboden. Ik accepteer ze slechts in de kerk. Een Kingpepermunt buiten het bedehuis, dat hoort niet.

Ik heb ook een blikje mints waar ik heel zuinig op ben. U ziet het al op het plaatje. ‘Last Supper After Dinner Mints’. U begrijpt het, zulke snoepjes neem je niet zo maar. Dat is echt iets voor heel speciale gelegenheden.
Ze zijn gemaakt in China, maar ze worden door een Amerikaans bedrijf op de markt gebracht. Nee, de mints helpen niet tegen de Mexicaanse griep, maar eventuele bacillen worden er wel fris en fruitig door.

Korte Metten is op vakantie.

woensdag 16 september 2009

En ik neem mee

Het is een oeroud spelletje, je hebt er niets voor nodig en het wordt nog altijd gespeeld: ‘Ik ga op reis en ik neem mee…’ Kinderen uit een beetje christelijk gezin beginnen natuurlijk met: ‘Mijn bijbeltje’.
Ik herinner me een aardige evangelisatiecampagne uit de tijd dat er nog geen via de satelliet aangestuurde navigatorsystemen voor de auto waren, maar veel mensen wel een dik boek voor de weg hadden van Reader’s Digest. De slogan van die campagne luidde: ‘Het állerbeste boek voor de weg’. En dat was natuurlijk de bijbel.

Maar wat neemt een mens nog meer mee? Er is tegenwoordig van alles te krijgen aan semi-religieus spul en als redacteur geestelijk leven krijg je zo nu en dan uit die categorie wat cadeau. En soms is het heel handig.
Wat ik deze vakantie zeker bij me heb, is mijn iPod en daarvoor heb ik onlangs een heel aardige skin gekregen. Niet vreselijk handig, wel origineel. U ziet het op het plaatje: ‘Hymn Book’. Het ding heeft een groot voordeel: als je per ongeluk je daarmee verpakte iPod in de auto laat liggen, zal niemand je ruitje intikken.

Korte Metten is op vakantie.

zaterdag 12 september 2009

Kerk(hof)toerisme


Het kerkelijk seizoen begint weer. Ik heb de afgelopen dagen al tientallen aankondigingen van startzondagen voorbij zien komen. De Protestantse Gemeente te Gaast-Ferwoude gaat bijvoorbeeld binnenkort helemaal naar Texel, waar iedereen te gast is bij de vorige dominee, die nu op het eiland werkt.
Hier en daar wordt met veel creativiteit geprobeerd een frisse invalshoek voor de dag te kiezen. Zo heeft de Protestantse Gemeente te Heerenveen de crisis van de banken aangegrepen voor een actueel thema. Zijn de kerkbanken, zo is de centrale vraag, ook in crisis? Na de ochtenddienst is er een programma met bank-etstaaf, wordt ‘op de bank bij’ opgevoerd, is er de vacaturebank, bankdrukken, een verkiezing van het kerk-bank-stel…

De kerken op Terschelling hebben de startzondag in ‘Strandzondag’ omgedoopt. Niet alleen omdat de festiviteiten op het strand worden gehouden, maar ook omdat de aanduiding ‘startzondag’ in hun ogen onjuist is. Het wekt de suggestie alsof de kerken de hele zomer gestopt waren. En dat was niet het geval, daarvan kan ik als verslaggever die de hele zomer doorgewerkt heeft, ook getuigen.
De planning is misschien niet handig, maar het is nu voor mij hoog tijd voor vakantie. We zijn even een paar weken weg waarvan we het grootste deel op een Grieks eiland doorbrengen. Even geen mail, geen krant, geen kerkbladen, geen religieuze websites en ook even geen verse Korte Metten. De kerk vergeet ik overigens niet. Ik ga absoluut uitgebreid kerken bezoeken, maar vooral kerkhoven. De Griekse begraafplaatsen zijn vaak een lust voor het oog en we kunnen daarop lang rondstruinen.

Het als hobby bezoeken van kerkhoven is een erfelijke kwaal. Mijn oma van moeders kant ging vaak met een stel van haar vele kleinkinderen uit wandelen, waarbij ze altijd verdwaalde en vaak ook tussen de graven belandde. ‘Wie is er op dit rijtje het oudst geworden?’ Die wedstrijdopdracht werd gefluisterd, want dat leerden we ook, op een kerkhof neem je gepaste eerbied in acht.
Mijn moeder zette deze traditie met haar kleinkinderen voort. Als bijvoorbeeld het graf van mijn opa werd bezocht, gingen de kleintjes enthousiast mee. Want dan werd er onder leiding van oma naar kabouters gezocht en gevonden ook, achter grafzerken en vazen met verlepte bloemen. Ik ben vast van plan om te zijner tijd de traditie voort te zetten. Maar ik ga eerst op vakantie.

vrijdag 11 september 2009

Corrigerende tik

Hij laat het er op aankomen, de evangelische voorganger Gertjan Goldschmeding. Hij weigert zich aan een wet te houden die in zijn ogen tegen de bijbel indruist. En dat heeft hem en zijn ega al een paar aanhoudingen wegens kindermisbruik opgeleverd en de dreiging van een psychologisch onderzoek van zijn kinderen.
Het gaat de voorganger van de Amersfoortse gemeente ACC om het verbod op het slaan van je kind. Het staat in Spreuken 13 zo duidelijk: ‘Wie zijn zoon de stok onthoudt, haat hem, wie hem liefheeft, tuchtigt hem.’ En er zijn meer bijbelteksten waaruit valt op te maken dat bij een godvrezende opvoeding een corrigerende tik hoort.

Goldschmeding heeft over die tekst gepreekt en hij heeft van de politie te horen gekregen dat hij dat niet meer mag doen. Kijk, dat hadden ze niet moeten zeggen. ,,Dit draait om hele fundamentele zaken van de Nederlandse samenleving. Een voorganger van een kerk wordt niet langer gezien als iemand die de maatschappij tot zegen is, maar juist een gevaar is.’’
De voorganger is beslist niet de enige christen in Nederland die er zo over denkt, er zijn honderdduizenden gelovigen die vinden dat de hedendaagse equivalent van de roede (toen ik jong was de mattenklopper) op z’n tijd heel heilzaam kan zijn. Toen het verbod er kwam, bleef het merkwaardig genoeg stil. Het is dus het is wel interessant dat Goldschmeding nu geen millimeter wijkt.

Ik ben wel benieuwd wat minister Donner op het verweer van Goldschmeding heeft te zeggen. Vijf jaar geleden was hij als minister van justitie degene die een verbod op het slaan van kinderen wilde. Maar hij komt uit een degelijk nest en hij is ook beslist op de hoogte was van de reikwijdte van Spreuken 13.
Interessant is of Rouvoet als ChristenUnie-minister nu zijn nek zal uitsteken. Die kent de tekst uit Spreuken beslist ook. Alle jeugdhulporganisaties zijn razend druk, zegt Goldschmeding, maar toch wordt zo’n braaf gezin als dat van hem ontleed. ,,Moet ik echt uren verhoord worden om er achter te komen wat er aan de hand is?’’ Goeie vraag.

donderdag 10 september 2009

Vrijwilligerswerk


Kerken moeten hun vrijwilligers koesteren. Maar niet al het vrijwilligerswerk is even sterk. Of even legaal. Ook al wordt iets wat niet door de beugel kan te goeder trouw gedaan onder leiding van bijvoorbeeld kerkrentmeesters, het blijft illegaal.
Dat was de boodschap die de economisch politierechter in Leeuwarden eerder deze week had voor de Hervormde Gemeente van Koudum in een uitspraak die echter ook tot lering kan dienen van alle andere kerkelijke gemeenten.

Het leek allemaal zo mooi. Vorig jaar konden dankzij zo’n zestig vrijwilligers vijf oude diaconiehuisjes lekker goedkoop worden gesloopt. De vrijwilligers waren enthousiast. Te enthousiast bleek later. Ze hadden niet de kleine lettertjes in de sloopvergunning gelezen.
Voor het verwijderen van asbest, zo dienen wij allen te weten, moet een professioneel bedrijf worden ingeschakeld. Maar een paar van de vrijwilligers met ongetwijfeld groot geloofsvertrouwen verwijderden uit broederlijke liefde grote hoeveelheden asbest voor de rest van de sloopploeg kwam.

De politierechter wees er nog eens op hoe kankerverwekkend asbest kan zijn. En dat nu nauwelijks valt na te gaan waar het puin van de diaconiehuisjes is terechtgekomen. Zo zou het heel goed als verharding op boerenerven gebruikt kunnen zijn.
Volstaat binnen de kerk vaak een schuldbelijdenis, de rechter nam daar geen genoegen mee. Hij legde de kerk een boete op van maar liefst €3500. Dat vond hij een alleszins redelijk bedrag, omdat de vele vrijwilligers de kerkelijke gemeente een veel groter bedrag aan sloopkosten had bespaard.

woensdag 9 september 2009

Cocksiaan


Mijn vader haalde gistermorgen het Nederlands Dagblad uit de brievenbus en hij voelde zich onmiddellijk aangesproken. Direct onder de krantentitel, linksboven stond in de ‘etalage’ (het deel waarin artikelen elders in de krant worden aangekondigd): ‘Schrijver werd in z’n jeugd uitgescholden voor Cocksiaan.’
Met zo’n achternaam als de onze kom je geregeld krantenkoppen tegen die leuk voor het prikbord zijn. Maar in dit geval voelde mijn vader zich bijzonder aangesproken. ,,Hoe kunnen ze dat nou weten?’’, zei hij tegen mijn moeder. ,,Ze scholden mij als kind niet alleen uit voor Cocksiaan, maar zelfs voor ‘smerige Cocksiaan’!’’

Voor degene die de tale Kanaäns niet beheerst, is zo’n scheldwoord niet te plaatsen. Een Cocksiaan is een navolger van dominee Hendrik de Cock, dé man achter de Afscheiding van 1834 waarbij een grote groep bezwaarde kerkleden de Hervormde Kerk verliet. Zij vormden later de Gereformeerde Kerken.
‘Cocksianen’ zijn scheurmakers en scherpslijpers. Althans in de ogen van de hervormden, die vooral dit woord als schimpscheut gebruikten. Cocksiaanse kinderen waren makkelijk te traceren, want die gingen naar een ‘school met den bijbel’ waarvoor hun (voor)ouders een schoolstrijd over hadden gehad. Hervormden gingen gewoon naar een openbare school en die was volgens hen best genoeg.

Ik dacht dat dergelijke scheldwoorden tot een grijs verleden behoorden, maar een jaar of tien geleden werden kinderen van de gereformeerde (lees: vrijgemaakt-gereformeerde) basisschool in Blije uitgescholen voor ‘artikeltjes’. De ‘openbare’ kinderen hadden waarschijnlijk geen idee wat het betekende, en de beschimpte kinderen evenmin.
Voor wie het weten wil: het scheldwoord herinnert aan de aanduiding die de vrijgemaakt-gereformeerden in de jaren na de kerkscheuring van 1944 voerden. Zij noemden zich officieel Gereformeerde Kerken - de ware voortzetting van die kerken - maar zetten daar tussen haakjes ‘onderhoudende Artikel 31’ achter, om verwarring bij bijvoorbeeld de postbode te voorkomen.

Voor de kenners was die toevoeging niet zonder betekenis. In dit artikel van de kerkorde (zeg maar ‘grondwet’ van de kerk) staat dat kerkleden een synodebesluit naast zich neer moeten leggen als dat strijdig is met Gods Woord. En dat was volgens hen wat er in 1944 was gebeurd. Zij noemden de andere gereformeerden schamper ‘synodalen’ en die noemden hen even neerbuigend ‘artikeléénendertigers’.

dinsdag 8 september 2009

Tsjerkepaad

Het begon nog niet zo lang geleden heel voorzichtig. Binnen de Friese Raad van Kerken was het plan ontstaan om kerken op zaterdagmiddagen in de zomer open te stellen voor publiek. In 2004 gebeurde dat voor het eerst en 25 kerken deden mee aan Tsjerkepaad.
Het smaakte naar meer en het jaar daarop werd het weer georganiseerd. Nu werden meer kerken gevraagd mee te doen en zo groeide het initiatief ieder jaar. Vorig jaar deden tweehonderd kerken mee en werden zo’n dertigduizend belangstellenden genoteerd.

Zaterdag, op Open Monumentendag, loopt Tsjerkepaad 2009 dat in juni begon, af. En het succesverhaal gaat door. Dit maal deden bijna 250 kerken mee en er zijn nu reeds ruim veertigduizend bezoekers geteld. Het is duidelijk: Tsjerkepaad is een schot in de roos.
Veel kerken organiseerden ook iets aardigs. Zo bezocht ik een expositie van doopjurken in de diverse deelnemende godshuizen in Woudsend. Simpel, maar hartstikke leuk: jurkjes op een rijtje, met daarbij kaartjes wie van welke familie er wanneer in ten doop was gehouden.

De bedehuizen werden niet alleen bezocht door geroutineerde kerkgangers. Ook mensen die zelden of nooit in een kerk komen, stapten geregeld van de fiets om eens een kijkje te nemen in zo’n kerk met de deuren uitnodigend en vrijblijvend open.
Het is een initiatief dat navolging verdient in andere provincies. Alles wat je nodig hebt, is een aantal enthousiaste vrijwilligers en succes is verzekerd. Het is een simpele, maar doeltreffende manier om te laten zien: hé, we zijn er ook nog.

zaterdag 5 september 2009

De Sense


Een nieuw kerkgenootschap in Nederland houdt vanmiddag de eerste viering in Bilthoven. Het gaat om de Sense, kort voor RenaisSenseMovement. Het genootschap wil een plek zijn waar mensen met elke achtergrond en vanuit elke traditie terecht kunnen.
Wat de boodschap is van de Sense? Dat valt misschien het eenvoudigst op te maken uit de taakomschrijving van de drijvende kracht achter de kerk, Joan Elkerbout. Zij noemt zich de eerste interspiritueel voorganger van Nederland.

Voor de zomer volgde Elkerbout, zo vertelt ze, het One Spirit Interfaith Seminary in New York, waaraan ze de titel Interfaith Minister ontleent. De door haar gestichte kerk heeft elke wijsheidstraditie en religie als bron.
Uiteindelijk komt iedereen volgens haar uit bij de Essentie, of je die nu Spirit of Jahweh of Allah of God of hoe dan ook noemt. Geen strijd van de religies meer onderling, maar een gezamenlijke beschikbaarheid voor de wereld, legt ze op Kerknieuws.nl uit.

Wil je het een beetje leuk vinden bij de Sense dan moet je niet alleen andere wijsheidstradities respecteren, maar ook bereid zijn daarvan te leren en deze ,,daar waar passend te integreren in het eigen leven en de eigen spiritualiteit’’.
Met de aanduiding ‘ietsismekerk’ is ze niet echt gelukkig. Dat suggereert het relishoppen dat kenmerkend is voor de ‘ietsist’. Dat is haar te vrijblijvend. De Sense wil juist naar de diepte afsteken. Maar louter interspiritueel.

vrijdag 4 september 2009

Zeker weten


Echt makkelijk hebben ze het niet bij de EO, dacht ik, toen ik zojuist weer de brievenrubriek in Visie, het magazine van de omroep las. Slim heeft de leiding daar de laatste tijd niet gehandeld, schreef ik al eens hier. Maar het is ook lastig manoeuvreren met zo’n achterban.
Neem de brieven van deze week. Iemand vindt dat in ‘Knevel en Van den Brink’ te werelds is gepraat over het laatste weeralarm. Een gezin heeft gebeden dat de weerprofeten ongelijk zouden krijgen. Het KNMI zat dan ook niet verkeerd. ,,Ik ben er van overtuigd dat God zich op 20 augustus heeft laten verbidden, een andere verklaring is er gewoon niet.’’

Meer oog voor de macht van de Almachtige dus, die beslist ook de hand in het weer heeft. Meer eerbied wil ook een schrijfster uit Capelle aan den IJssel. In ‘Nederland zingt’ zong een koor het lied ‘In de ochtend’. Maar de Heere Jezus had niet met ‘je’ en ‘jouw’ mogen worden aangesproken, maar met ‘U’ en ‘Uw’.
Even verderop vindt iemand het onzin dat er kritiek kwam op een recensie van Harry Potter in Visie. Een deel van de EO-leden vindt de boeken en films letterlijk uit den Boze en ze geven tot verdriet van de schrijver degenen die er wel van genieten, geen ruimte. ,,Jammer, dat zoveel mensen zó intolerant zijn, dat het de EO leden kost.’’

Ernaast pleit een tiener voor minder negatieve, onaardige en kwetsende reacties op bijvoorbeeld Arie Boomsma. ,,Je kunt elkaar beter steunen.’’ Alleen al op grond van deze reacties is het duidelijk dat het voor een Evangelische Omroep onmogelijk is om een koers uit te zetten die door iedereen gesteund zal worden.
Het zeker weten uit de definitie van geloven in Hebreeën 11 vers 1 is een groot goed, maar kan in ‘bijbelgetrouwe’ kring ook pijnlijk worden als het geldt voor ieder denkbaar terrein van het leven. Zeker als oordelen kracht worden bijgezet met woorden als: ,,De Heer heeft mij dit in mijn hart gegeven.’’ Dan moet je echt gaan oppassen.

donderdag 3 september 2009

Leeuwarder processie

Ik zag het al helemaal voor me: wapperende kazuifels, wolken wierrook, schitterend edelmetaal, begeleid door stemmige muziek en zang. Ergens in de zestiende eeuw is er voor het laatst een echte processie door de straten van Leeuwarden getrokken. En het leek er enige tijd op dat het zondag 14 september weer zou gaan gebeuren.
Op die zondag eindigt in het Historisch Centrum Leeuwarden een expositie over de geschiedenis van de katholieke schuilkerken in de stad. De grootste schat van die tentoonstelling is een zestiende-eeuws houten Mariabeeldje, slechts 77 centimeter hoog en beter bekend als Onze Lieve Vrouwe van Leeuwarden.

In de Leeuwarder Titus Brandsmaparochie ontstond het plan om het devotiebeeld, dat al pakweg vijf eeuwen in de stad is, in processie terug te brengen naar de speciale kapel in de Dominicuskerk. Net zoals het voor de Reformatie vele jaren op een jaarlijkse hoogtijdag eerbiedig was rondgedragen in de straten van Leeuwarden.
Nu weten de meeste inwoners van de stad niets meer van dit beeldje, maar de zestiende-eeuwse Leeuwarders konden je allemaal haarfijn uitleggen dat Onze Lieve Vrouwe mirakels kon verrichten en dat de stad een stuk slechter af zou zijn zonder haar bescherming en voorspraak. Het beeldje was een trekpleister van jewelste.

Te elfder ure besloot de verantwoordelijke commissie om de processie niet door te laten gaan. ,,We doen het goed, of we doen het niet.’’ En een processie goed doen, daar kwam nogal wat bij kijken. Je trommelt bijvoorbeeld niet zo maar een fanfarekorps op dat met de juiste tred en met de juiste muziek de gelovigen en Onze Lieve Vrouwe kan voorgaan.
Zondag 14 september zal het Mariabeeld wel tijdens een traditioneel Marialof in een processie ín de Dominicus worden rondgedragen. Maar voor het eerst sinds 1580, toen Friesland voor Oranje en het protestantisme koos, een processie over de openbare weg, dat fotomoment laat nog even op zich wachten. Volgend jaar, belooft de commissie.

woensdag 2 september 2009

Website

Een beetje kerkelijke gemeente heeft een eigen website. Er is altijd wel een handige broeder die iets aardigs op internet kan opzetten en dat gebeurt dan ook bij veel kerken. De meeste mensen zien ook wel het nut van zo’n site: door de juiste informatie gebruikersvriendelijk door te geven, kun je door zo'n digitaal voorportaal de drempel van het echte kerkgebouw mogelijk verlagen.

Maar ook bij het vullen van zo’n webadres lopen leer en leven niet altijd in de pas. Zo’n site moet wel actueel gehouden worden en onder de door de handige broeder leuk bedachte knoppen, moet wel iets zinvols komen te staan. Want anders ben je eventuele geïnteresseerde bezoekers ook zo weer kwijt.
Bij menig website-opzettende broeder is er sprake van enige mate van frustratie. Want in de praktijk werkt lang niet iedereen mee. Leden van allerlei commissies en werkgroepen gaan er in de praktijk bijvoorbeeld vaak van uit dat iemand anders de site van informatie zal voorzien.

Deze week keek ik uitgebreid op zo’n kerkelijk website en die zag er prachtig uit, compleet met video’s van alle recente kerkdiensten. Ik wil de site wel noemen om de maker ervan te eren, maar tegelijk wil ik ook de vinger leggen bij het feit dat diezelfde websitebouwer wel erg duidelijk laat merken dat het gebrek aan medewerking hem bitter tegenvalt. Dus ik laat het webadres achterwege.
Onder het tabblad ‘Gemeenteleven’ kúnnen de uiteenlopende groepen en commissies zich voorstellen. Dat gebeurt onvoldoende, zo blijkt uit een paar vetgezette regels: ,,Ondanks vele toezeggingen van een aantal commissies, hebben deze commissies nog niets aangeleverd voor de website. Een aantal van deze commissies zal dan ook binnenkort van deze website worden verwijderd.’’

En onder het portret van een van de predikanten staat: ,,Wij hopen dat ds. XXX (die X’en zijn van mij, WS) zich z.s.m. wil voorstellen aan u…’’ De frustratie van de beheerder van de site valt te begrijpen: nu krijgt de gemeente zo’n mooi instrument in handen en dan wordt er zo beroerd gebruik van gemaakt! Maar zulke mededelingen zijn echt reclame voor de kerkgemeenschap. Blijkbaar is zijn irritatie terecht en lezen de broeders en zusters die site echt slecht, want anders zouden dat soort mededelingen toch wel verdwijnen.

dinsdag 1 september 2009

Blinde vlek


Het is een verschijnsel dat me altijd blijft verbazen: er gaan nog altijd hele volksstammen naar kerk en moskee en religie is mede daardoor nog altijd een factor van betekenis in de samenleving, maar desondanks hebben de meeste media geen specialisten rondlopen die nauwlettend volgen wat er zich allemaal op het kerkelijke erf afspeelt.
Vanzelfsprekend zijn er specialisten die alles afweten van sport, van onderwijs, van gezondheidszorg, van economie of van cultuur. Daar is geen enkele discussie over. Natuurlijk heb je als krant zulke mensen in dienst. Anders mis je essentiële zaken en kun je jezelf geen complete krant noemen.

Gisteren meldde ik dat de LC een bijzondere krant is. Je kunt de stelling verdedigen dat het niet zo is dat de Ljouwerter het zo goed doet, maar dat andere, algemene kranten vaak een blinde vlek hebben als het gaat om ‘geestelijk leven’. Ook zij zullen veel lezers hebben voor wie religie een essentieel deel van het leven vormt. In het land der blinden…
Ok, toegegeven, het ligt iets genuanceerder. Je mag van een beetje redactie verwachten dat die al het belangrijke nieuws dat voorbij komt, goed oppakt. Maar daar zit ‘m de kneep: wat is belangrijk? Je moet om te beginnen al weten dát iets speelt en vervolgens moet je weten dat het bewuste feit voor een bevolkingsgroep van groot belang is.

Het is waar, veel religieuze groeperingen zullen niet de snel de publiciteit zoeken. Maar daarbij speelt echter ook mee dat nogal wat mensen in het verleden hun neus hebben gestoten. Vaak werden zaken niet opgepakt, of dat gebeurde zo beroerd, dat ze niet nog eens een poging zullen wagen. Geen bericht, goed bericht.
Overigens heeft de blinde vlek voor religie soms ook een voordeel. Opeens kan iets nieuws worden, omdat een enthousiaste verslaggever iets tegenkomt dat hij als niet-specialist niet kent. Zo haalde deze zomer de huis-aan-huisuitnodiging van Jehovah’s Getuigen voor hun congressen uitgebreid de media, terwijl zo’n uitnodiging al jaren massaal wordt verspreid.