Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

woensdag 9 september 2009

Cocksiaan


Mijn vader haalde gistermorgen het Nederlands Dagblad uit de brievenbus en hij voelde zich onmiddellijk aangesproken. Direct onder de krantentitel, linksboven stond in de ‘etalage’ (het deel waarin artikelen elders in de krant worden aangekondigd): ‘Schrijver werd in z’n jeugd uitgescholden voor Cocksiaan.’
Met zo’n achternaam als de onze kom je geregeld krantenkoppen tegen die leuk voor het prikbord zijn. Maar in dit geval voelde mijn vader zich bijzonder aangesproken. ,,Hoe kunnen ze dat nou weten?’’, zei hij tegen mijn moeder. ,,Ze scholden mij als kind niet alleen uit voor Cocksiaan, maar zelfs voor ‘smerige Cocksiaan’!’’

Voor degene die de tale Kanaäns niet beheerst, is zo’n scheldwoord niet te plaatsen. Een Cocksiaan is een navolger van dominee Hendrik de Cock, dé man achter de Afscheiding van 1834 waarbij een grote groep bezwaarde kerkleden de Hervormde Kerk verliet. Zij vormden later de Gereformeerde Kerken.
‘Cocksianen’ zijn scheurmakers en scherpslijpers. Althans in de ogen van de hervormden, die vooral dit woord als schimpscheut gebruikten. Cocksiaanse kinderen waren makkelijk te traceren, want die gingen naar een ‘school met den bijbel’ waarvoor hun (voor)ouders een schoolstrijd over hadden gehad. Hervormden gingen gewoon naar een openbare school en die was volgens hen best genoeg.

Ik dacht dat dergelijke scheldwoorden tot een grijs verleden behoorden, maar een jaar of tien geleden werden kinderen van de gereformeerde (lees: vrijgemaakt-gereformeerde) basisschool in Blije uitgescholen voor ‘artikeltjes’. De ‘openbare’ kinderen hadden waarschijnlijk geen idee wat het betekende, en de beschimpte kinderen evenmin.
Voor wie het weten wil: het scheldwoord herinnert aan de aanduiding die de vrijgemaakt-gereformeerden in de jaren na de kerkscheuring van 1944 voerden. Zij noemden zich officieel Gereformeerde Kerken - de ware voortzetting van die kerken - maar zetten daar tussen haakjes ‘onderhoudende Artikel 31’ achter, om verwarring bij bijvoorbeeld de postbode te voorkomen.

Voor de kenners was die toevoeging niet zonder betekenis. In dit artikel van de kerkorde (zeg maar ‘grondwet’ van de kerk) staat dat kerkleden een synodebesluit naast zich neer moeten leggen als dat strijdig is met Gods Woord. En dat was volgens hen wat er in 1944 was gebeurd. Zij noemden de andere gereformeerden schamper ‘synodalen’ en die noemden hen even neerbuigend ‘artikeléénendertigers’.