Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

donderdag 30 april 2009

Rampenplan

In de rand van het nieuws dat sinds het middaguur de media beheerst, kwam voorbij dat de Grote Kerk in Drachten open was voor mensen die even een veilig heenkomen zochten in een wereld die gek geworden was. Om een kaarsje te branden, om even stil te zijn, om op papier of in een gesprek gevoelens te verwoorden.
Morgenavond is er een rouw- of gedachtenisdienst om stil te staan bij het leed dat rond tien voor twaalf op deze koninginnedag al het andere in Apeldoorn en de rest van het land overschaduwt. En zo hoort het ook. Op zulke ogenblikken - ook wel de scharniermomenten van het leven genoemd - moeten de kerk simpelweg aanwezig zijn.

Onlangs bleek uit onderzoek van het Nederlands Dagblad dat steeds meer kerken een rol hebben gekregen in de gemeentelijke rampenplannen. En terecht. Lang is de rol die de kerken hebben bij opvang en nazorg in zulke plannen genegeerd. Terwijl bij uiteenlopende rampen bleek dat kerken wel degelijk een rol van betekenis hebben.
Na de Bijlmerramp in 1992, de eerste echt grote ramp in de recente geschiedenis van ons land, waren kerken tot in lengte van jaren betrokken bij de nazorg van betrokkenen. Toch leerden veel overheden daaruit geen les. De kerken leverden een wezenlijke bijdrage na de vuurwerkramp in Enschede in 2000 en de cafébrand in Volendam in 2001, maar nog altijd was hun rol vaak niet vastgelegd.

Nu is dat veranderd. Maar het legt wel een verantwoordelijkheid bij de kerken. Als het moment zich voor doet, moet er snel worden gehandeld. Predikant Rob Visser van de Grote Kerk in Apeldoorn is een goed voorbeeld hoe snel er gereageerd kan worden. Kerken moeten ook hun eigen rampenplan op orde hebben.