Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

maandag 27 april 2009

Leeuwarder bisdom

In Leeuwarden is vanaf morgen een prachtige expositie te zien, ‘In het verborgene’, over de eeuwen waarin katholieken zich slechts met staties (schuilkerken) moesten redden.
Aanleiding is het feit dat vier eeuwen geleden katholiek leven in Leeuwarden een herstart maakte, omdat zich weer een priester in de stad vestigde. Over deze expositie valt in de krant vandaag van alles te lezen.

De parochie in Leeuwarden herdenkt ook dat 450 jaar geleden het Leeuwarder bisdom werd gesticht. Is die schuilkerkperiode al onbekend, het feit dat er een Friese bisschop was, is helemaal weggestopt. De Friezen hebben ook hun best gedaan om dat feit zo spoedig mogelijk te vergeten.
Maar toch is het gebeurd. Met klokgelui, donderende kanonnen, wapperende vaandels. De burgers van Leeuwarden konden zich op 1 februari 1570 vergapen aan een lange processie van lage en hoge geestelijken, wereldse hoge heren én de nieuwe bisschop van Friesland: Cuneris Petri met witte mijter en zilveren kromstaf.

Het was al de tweede bisschop die de Friezen opgedrongen kregen. De eerste hadden ze nog kunnen weren; de man durfde het niet aan te komen. Maar dit keer had Alva, bevelhebber van de Spaanse bezettingsmacht (zie illustratie), een commissaris gestuurd die een oogje in het zeil hield. En dus haalden ook de gilden en de schutterij alles uit de kast.
Dit hoogtepunt van de katholieke kerk in Friesland luidde tegelijk het einde in van het zeer 'rijke Roomsche leven' alhier. De katholieke kerk in Friesland heeft het voor een groot deel aan zichzelf te wijten dat de provincie een van de meest protestantse gewesten is geworden, zo schreef eens kardinaal Jan de Jong, afkomstig van Ameland.

In de vroege Middeleeuwen tel de Friesland tientallen zeer welvarende kloosters. In de loop der tijd maakte het heilig vuur in veel abdijen, ver van de bisschop in Utrecht verwijderd, plaats voor liederlijk en onzedelijk gedrag. De losbandigheid konden veel gewone Friezen nog wel door de vingers zien, maar wat stak was het grote grondbezit: ze hadden een derde van het land in handen.
Toen 'ketterse' ideeën - gereformeerd en doopsgezind - de kop op staken, was de maat vol. Pauselijke inquisiteurs kwamen langs, maar werden niet echt warm onthaald door de vrijheidsminnende Friezen. Om de lijnen kort te maken, werd Friesland in 1559 bij pauselijke bul tot bisdom gemaakt. Ook dat maakte weinig indruk, dus greep Alva zelf in. En zo kwam er een bisschop in Leeuwarden. Maar, het was te laat.

In 1576 kozen de Staten-Generaal voor het Noorden een Oranjegezinde stadhouder, twee jaar later werd de bisschop aan de kant en gevangen gezet en in 1580 werd Willem van Oranje zelf stadhouder van Friesland. Op 31 maart viel het doek: de katholieke godsdienst, openbaar of heimelijk, werd verboden. De kloosters werden verkocht of gesloopt en dat laatste werd met veel enthousiasme gedaan. Helaas, zeggen we nu.