Sinds de rel rond zijn persoon betracht EO-coryfee Andries Knevel het stilzwijgen. Maar hij had al een half jaar geleden een afspraak voor een spreekbeurt gisteravond in Surhuisterveen gemaakt en wilde die nakomen. En hij wilde geen stommetje spelen, dus hij beantwoordde ook de onvermijdelijke vragen over de kwestie.
De zaal zat overigens niet zo vol als was gehoopt door de organisatie, de regionale afdelingen van de drie orthodoxe organisaties binnen de Protestantse Kerk in Nederland (Evangelisch Werkverband, Confessioneel Beraad en Confessionele Vereniging). Misschien lag het er aan dat Ajax speelde. Maar de controverse rond Knevel, zo gaf de leiding toe, was de meer waarschijnlijke oorzaak van de lege plaatsen.
En ja hoor, ze kwamen: de vragen over de verklaring die Knevel in de documentaire ‘’t Zal je maar gebeuren’ van 3 februari tekende, waarin hij afstand nam van zijn oude, creationistische denkbeelden. Knevel was eerlijk en stelde zich kwetsbaar op. De storm die ontstond heeft hem bijzonder aangegrepen. Vooral omdat het blazoen van de EO is geschaad. ,,Dat doet mij het meeste pijn.’’
,,Ik kan wel een stootje hebben. Ik deel er ook wel eens eentje uit, dan moet je ook kunnen incasseren. Maar het feit dat het in het achterland van de EO zulke onrust heeft gebracht, dat doet mij pijn. Ik heb vele slapeloze nachten gehad. Ik heb de onrust veroorzaakt. Ik ben dom geweest. Ik heb al zes weken buikpijn.’’
Knevel gaf ruiterlijk toe dat hij het zelf ook flink moeilijk heeft gehad. ,,Poeh, wat is dat zwaar. Wat is dat zwaar. Er is ook nogal wat modder over me heen gekomen hè.’’ Hoe het nu met hem gaat? ,,Ik ben aan het opkrabbelen, maar het is heel slecht geweest.’’
Waarom hij niet is afgetreden? ,,Ook ministers zeggen tegenwoordig ‘sorry' en treden niet af. En ik dacht: hoe kan ik het vertrouwen terugwinnen? Door te laten zien wat ik wel geloof. Wel geloof? Man, ik ben zo gelovig als wat. En natuurlijk is het evangelie waar, hou nou toch op! Maar als ik straks terugrij naar Bussum, dan zie ik net als iedere avond die beelden weer op mijn netvlies en dan zeg ik weer: ohhh, sufferd, sukkel, stom!’’