Vrijwel iedere kerkelijke gemeente heeft wel één broeder X. En soms wel twee. Of drie. En dan ben je helemaal in de aap gelogeerd. Broeder X is zo’n man die overal goed van op de hoogte is. Die meeleeft - dat moet gezegd worden - maar dat doet met een nogal onheilig doel: continu dwarsliggen.
Broeder X doet niet alleen bijdehand tijdens een gemeentevergadering, hij doet ook ronduit vervelend. De kerkenraadsleden en gemeenteleden kunnen op hun vingers natellen dat broeder X op een gegeven moment zal opstaan, en toch valt het iedere keer weer zwaar om het ook echt mee te maken. Er wordt vaak hoorbaar gezucht als de man in de benen gaat.
Gek genoeg zijn het altijd broeders die een hele kerkelijke gemeente kunnen gijzelen en geselen met hun ‘heilige’ verontwaardiging. Er is zelden een zuster X. En als broeder X niet voldoende gelijk krijgt naar zijn eigen zin, dan zoekt hij het hoger op. In de protestantse kerken betekent dat: bij de classis, de regionale kerkvergadering.
Omdat broeder X nooit helemaal ongelijk heeft, altijd wel ergens een punt heeft, wordt hij al dan niet met verholen tegenzin aangehoord. En soms worden zijn bezwaren gehonoreerd. Ongetwijfeld gebeurt dat met de beste motieven, maar daarmee wordt het desastreuze gedrag van broeder X continu beloont.
Tegelijkertijd voelt de ‘rest’ van de gemeente zich behoorlijk gefrustreerd over de gang van zaken. Geregeld hoor ik van zulke kwesties en op dit moment speelt er weer zo’n zaak in mijn nabije omgeving. Anders altijd loyale kerkleden zijn nu graag bereid om hun verhaal te doen, om stoom af te blazen, om met dingen te gaan gooien, om…
Dat moeten kerkenraden en classisbesturen zich ook realiseren: broeder X is een probleemgeval dat veel schade aanricht. Met broeder X moet eens een hartig woordje gesproken worden. Of hij wel begrepen heeft waar het in het Evangelie om draait. Broeder X moet worden gestopt. Tot zijn eigen heil en tot heil van de gemeente.