De vrijgemaakt-gereformeerden van de Morgenster (zie foto) en christelijk-gereformeerden van de Bethelkerk in Leeuwarden beleven zondagmorgen een historisch moment: de beide predikanten verruilen van kansel. Na jaren van uiterst voorzichtige toenadering is er dan nu sprake van ‘verkering’, zo mag je kanselruil toch wel noemen.
‘De langzame haast des Heren’, typeerde een van de predikanten het. Inderdaad, erg snel is het niet gegaan. De vorige historische stap was immers al begin jaren negentig: toen hadden in Leeuwarden de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) en de Christelijke Gereformeerde Kerk elkaar herkend en erkend als kerk van Christus.
Voor buitenstaanders is nauwelijks aan te voelen hoe ingrijpend het moment zondag is. Vele tientallen jaren waren er al op landelijk niveau zogenaamde samensprekingen, maar dat leverde bitter weinig op. Dat gold ook voor het contact met de Nederlands Gereformeerde Kerken - het derde orthodox-gereformeerde kerkgenootschap. Er bleken allerlei hete hangijzers als ‘de toe-eigening des heils’ (dat kan ik hier helaas niet eventjes uitleggen).
Op lokaal niveau gebeurde er lang niets. Het is nog maar enige jaren geleden dat je op een vrijgemaakte kansel een gebed kon horen voor iemand die de kerk had verlaten. Als niets vermoedende passant had je de indruk dat de jongen in kwestie God de rug had toegekeerd. Wat bleek later bij navraag: hij ging met zijn verloofde mee naar de christelijk-gereformeerde kerk.
Op landelijk niveau is er nog steeds weinig beweging, maar plaatselijk kan op het terrein van de ‘kleine oecumene’ op eens heel veel. In Sneek zijn vrijgemaakten en christelijk-gereformeerden zelfs al gefuseerd. En in Deventer is helemaal iets bijzonders gebeurd: daar vormen vrijgemaakten, christelijk-gereformeerden en Nederlands-gereformeerden gedrieën sinds kort een samenwerkingsgemeente.
Een van de opvallende veranderingen is de openheid van de vrijgemaakten. Daar gaan de deuren en ramen op eens ver open. Misschien ontgaat het me, maar ik hoor bij al het voortschrijdend inzicht zelden de gedachte dat er misschien ook eens iets gezegd moet worden over het gebrek aan oecumenische gezindheid in het recente verleden. Het woord ‘excuses’ hoor je in dat verband al helemaal spaarzaam vallen.
‘De langzame haast des Heren’, typeerde een van de predikanten het. Inderdaad, erg snel is het niet gegaan. De vorige historische stap was immers al begin jaren negentig: toen hadden in Leeuwarden de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) en de Christelijke Gereformeerde Kerk elkaar herkend en erkend als kerk van Christus.
Voor buitenstaanders is nauwelijks aan te voelen hoe ingrijpend het moment zondag is. Vele tientallen jaren waren er al op landelijk niveau zogenaamde samensprekingen, maar dat leverde bitter weinig op. Dat gold ook voor het contact met de Nederlands Gereformeerde Kerken - het derde orthodox-gereformeerde kerkgenootschap. Er bleken allerlei hete hangijzers als ‘de toe-eigening des heils’ (dat kan ik hier helaas niet eventjes uitleggen).
Op lokaal niveau gebeurde er lang niets. Het is nog maar enige jaren geleden dat je op een vrijgemaakte kansel een gebed kon horen voor iemand die de kerk had verlaten. Als niets vermoedende passant had je de indruk dat de jongen in kwestie God de rug had toegekeerd. Wat bleek later bij navraag: hij ging met zijn verloofde mee naar de christelijk-gereformeerde kerk.
Op landelijk niveau is er nog steeds weinig beweging, maar plaatselijk kan op het terrein van de ‘kleine oecumene’ op eens heel veel. In Sneek zijn vrijgemaakten en christelijk-gereformeerden zelfs al gefuseerd. En in Deventer is helemaal iets bijzonders gebeurd: daar vormen vrijgemaakten, christelijk-gereformeerden en Nederlands-gereformeerden gedrieën sinds kort een samenwerkingsgemeente.
Een van de opvallende veranderingen is de openheid van de vrijgemaakten. Daar gaan de deuren en ramen op eens ver open. Misschien ontgaat het me, maar ik hoor bij al het voortschrijdend inzicht zelden de gedachte dat er misschien ook eens iets gezegd moet worden over het gebrek aan oecumenische gezindheid in het recente verleden. Het woord ‘excuses’ hoor je in dat verband al helemaal spaarzaam vallen.