Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

dinsdag 16 december 2008

Idols

Polonaise met gospelband Sozo
tijdens een tentdienst in Ee.

In de Ted Show, het populaire tv-programma in de jaren zeventig, was een bekend onderdeel dat kandidaten bij Ted de Braak een liedje moesten zingen met een koptelefoon op. Zij hoorden zichzelf dan, ik geloof, in een andere snelheid terug en het effect op de zangkunst leverde altijd hilarische televisie op.
Terwijl anderen heel idioot klonken, bleven sommige kandidaten teleurstellend goed op toon. ,,Kijk, die gaan elke zondag naar de kerk’’, zei mijn moeder dan. Een kerkelijke achtergrond van de deelnemers was bij de NCRV toen al niet meer vanzelfsprekend. Bij de EO nog wel, maar inmiddels daar ook al lang niet meer. Maar dit slechts terzijde.

Mijn moeder had waarschijnlijk, zoals zo vaak, gelijk. Er was een enorme zangcultuur in kerkelijk Nederland. Het is minder geworden, maar die cultuur is - zeker vergeleken met de rest van de samenleving - nog altijd volop aanwezig. Van jongs af aan psalmen en versjes leren, ‘Kinderen voor kinderen’ is er niks bij.
Daarom verraste de strekking van een persbericht dat ik vandaag onder ogen kreeg, mij niet. De website gospelgroepen.nl meldt daarin dat het steeds drukker wordt op die site. En dus ook in de concertagenda. En inderdaad, wie even bladert raakt onder de indruk. Er zijn heel veel koren, groepen, bands en solisten in christelijk Nederland.

Veelzeggend is ook dat de vier finalisten van de laatste Idols allemaal christen waren en hadden leren zingen in de kerk en in het gospelkoor. Dat had je trouwens in de tijd van de Ted Show niet kunnen denken: evangelische jongeren die enthousiast mee zouden doen aan een programma dat vertaald ‘Afgoden’ heet.
Zangcultuur of niet, het heeft mij niet geholpen. Ik zong altijd braaf en vol overgave mee tot ik op de lagere school een keer te vaak nors te horen kreeg dat ik bromde. Vanaf dat moment playbackte ik de psalmen. Dat kon ik niet toegeven, want niet meezingen was nog erger. Dus als er toch weer iemand bromde, wie kreeg dan van meester Algra de schuld? Inderdaad.