Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

donderdag 16 juni 2011

Claims

Het staat er weer, in een orgaan van een christelijke groepering. Er is onbegrip en negatief gedoe over de afwijkende visie die de leden van de bewuste groep op bijbel en wereld hebben. Maar, wanhoopt niet lieve mensen, want tweeduizend jaar geleden ontmoette het handjevol volgelingen van Jezus ook lang niet overal begrip. Maar de apostelen van de Heer gingen door en kijk eens naar het resultaat.
Je komt het regelmatig tegen in allerlei kringen met een uitgesproken standpunt: de zelfbevestiging, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van bijbelteksten. Ik herinner me hoe een bekende - inmiddels ontslapen - prediker tijdens een spreekbeurt riep: ,,Ik ben zalig!’’ En hij herhaalde het nog een paar keer voor een enthousiaste zaal, die overigens niet zo vol zat, omdat de man om diverse redenen nogal onder vuur lag.

En dat laatste was juist de reden voor zijn enthousiasme. Hij maakte dankbaar gebruik van wat Jezus zei in de zogenoemde zaligsprekingen: ‘Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij de profeten vóór u vervolgd.’
Essentieel in de bewuste tekst is dat ‘om Mijnentwil’. Degenen die de tekst aanhalen, zijn er natuurlijk altijd van overtuigd dat de smaad het gevolg is van het feit dat ze Jezus willen navolgen en niet omdat ze zich hebben misgaan met even kwetsbare als aantrekkelijke vrouwelijke gemeenteleden of dat ze wel erg vrijmoedig omgingen met het geld dat de leden vol goed vertrouwen in de kas van de kerk stortten.

Wat erg helpt bij de zelfbevestiging is het feit dat men een goddelijke openbaring heeft gekregen. De een krijgt boodschappen van Boven via engelen, een ander krijgt ze rechtstreeks. ‘De Heer zei tegen mij…’ ‘God heeft mij op/in het hart gegeven dat…’ Als er mensen zijn die daarover een stukje als dit schrijven, dan gaat weer de genoemde tekst uit de zaligsprekingen in werking waardoor alles weer precies klopt.
Het vervelende is echter dat ik in de loop der jaren niet alleen veel, maar ook elkaar tegensprekende waarheidsclaims ben tegengekomen: Jezus is wel Gods zoon, Jezus is niet Gods zoon. Mensen leven maar één keer, mensen reïncarneren. Er is wel een hel, er is alleen maar eeuwig leven. Opvallend vaak is er wel één gemene deler: alleen hier en nergens anders is de goddelijke boodschap pas echt goed begrepen.

Wanneer ik in bijvoorbeeld een interview wijs op die botsende waarheidsclaims, is de verbazing over mijn onnozelheid vaak groot. Al die anderen hebben het natuurlijk mis, wat zullen we nou beleven?! Wellicht zien zij duivels gefluister aan voor een goddelijke ingeving. ‘Vraag om verlichting en u zult inzien dat dit de Waarheid is.’ Is mijn stukje desondanks niet zo juichend als het zou moeten, dan is er nog geen man overboord. Het was reeds voorzegd. ‘Ik ben zalig!’