Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

vrijdag 30 april 2010

Kleine oecumene

De toenadering van kerken van orthodox-gereformeerde snit heet ook wel de kleine oecumene. En dan gaat het om de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt), de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlands Gereformeerde Kerken.
Jarenlang was daar nauwelijks beweging in te krijgen. Althans, de landelijke samensprekingen liepen op vrijwel niets uit. Maar opeens begon een paar jaar geleden beweging op lokaal niveau.

In diverse plaatsen zijn vrijgemaakten en christelijk-gereformeerden al gefuseerd, bijvoorbeeld in Sneek, en in een enkele plek doen ook de Nederlands-gereformeerden leuk mee aan de plaatselijke kleine oecumene.
De relatie tussen de vrijgemaakten en Nederlands-gereformeerden was lang moeizaam. De Nederlands Gereformeerde Kerken zijn ontstaan uit een breuk binnen de vrijgemaakt-gereformeerde kerken in 1967 - ze raakten ‘buiten verband’. Er zijn heftige en nare dingen gebeurd. Maar inmiddels zijn daar ook de scherpe kantjes vanaf.

Toen journalist Aad Kamsteeg in 1994 over de scheuring uit 1967 het boekje ‘Een breuk te ver’ publiceerde, waarin hij zich kritisch uitliet over wat er toen allemaal was voorgevallen, viel dat bij veel mensen slecht. Er zijn nog maar zestien jaar verstreken, maar zo’n boekje zou vandaag een veel mildere ontvangst krijgen.
Het klimaat is veranderd. Dat voelt ook dominee Jan Mudde, die in het ‘Informatieboekje 2010’ van de Nederlands Gereformeerde Kerken voorstelt om in 2016 weer te verenigen met de vrijgemaakten. Het is dan een halve eeuw geleden dat de fameuze Open Brief verscheen, die leidde tot de broedertwist.

Gingen de Nederlands-gereformeerden voor vrijgemaakten veel te ver in hun ontwikkeling, nu halen diezelfde vrijgemaakten de Nederlands-gereformeerden welhaast links in. Het geestelijk klimaat in beide kerken lijkt nu erg veel op elkaar, stelt Mudde terecht vast.
Dat zou wat zijn, als beide kerken elkaar op landelijk niveau weer zo zouden kunnen vinden, dat ze samen onder één dak kunnen leven. Zeker voor al diegenen, die zich de pijn van het uiteengaan van een halve eeuw geleden nog levendig kunnen herinneren.

woensdag 28 april 2010

Funditest


Trouw komt, in samenwerking met de Vrije Universiteit, al weer met een test. Dit keer is het de Funditest. Daar kun je testen hoe hoog je fundamentalistisch gehalte is. En nee, daarvoor hoef je niet een aanhanger te zijn van een godsdienst.
Trouwcollega Lodewijk Dros kwam op het idee, omdat het dit jaar een eeuw geleden is dat het fundamentalisme ontstond. Nou ja, in zijn oorspronkelijke vorm dan. In 1910 werden door protestantse Amerikanen ‘The Fundamentals’, hun voornaamste leerstelligheden, op papier gezet.

Wat tegenwoordig onder fundamentalisme wordt verstaan, heeft weinig meer te maken met wat die Amerikanen bezielde. Het gaat om het dogmatisch, zonder een sprankje humor of zelfrelativering, vasthouden aan een onwrikbaar wereldbeeld.
Fundamentalisme kan op zich tolerantie inhouden, maar in het algemeen spraakgebruik gaat het om mensen die niet zo ruimhartig denken over afwijkende standpunten. Meestal wordt gedacht aan defensief gedrag en in het uiterste geval aan agressie en geweld.

De funditest is ontwikkeld met Joke van Saane, godsdienstpsychologe van de VU. In het persbericht bij de test, zegt ze: ,,Het draait vooral om de vraag of iemands overtuiging alle aspecten van het leven raakt, van kledingkeuze tot politiek. En gunt u anderen hun manier van leven, of wilt u uw eigen overtuigingen aan hen opleggen?’’
Dus niet alleen orthodoxe aanhangers van een geloof zullen hoog scoren op de test die bestaat uit veertien stellingen. Een overtuigde atheïst zal het ook leuk doen, net als een hardcore SP’er. Of een bestrijder van dierenleed. Of eco-fundi’s. Of een voorstander van een partij die binnenkort hoge ogen gaat gooien, omdat die ‘die moslimfundamentalisten’ over de grens wil zetten.

maandag 26 april 2010

Kinderdoop


Soms voltrekken zich stille revoluties op het kerkelijk erf. Een fraai voorbeeld daarvan deed zich voor in de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Leeuwarden, gisteren. Daar werd het kinderdoopformulier op verzoek van de jonge vader aangepast.
De baby was al twee maanden oud, want de kerkenraad had er wel even voor nodig om een juiste weg te vinden. De vader is afkomstig uit een baptistengemeente, waar ze louter de doop van bewust tot geloof gekomen volwassenen kennen, en had moeite met de formulering waarin het exclusieve van de kinderdoop is vastgelegd.

De doopouders krijgen normaal uit het formulier de zinsnede ,,de kinderen der gemeente behoren gedoopt te zijn’’ voorgelegd. De kerkenraad na ampel beraad en extern advies ingewonnen te hebben, daar van gemaakt ,,mogen gedoopt worden’’.
Het is een subtiel, maar groot verschil. Beetje te vergelijken met wat ouders tegen een kind kunnen zeggen: ,,Je mág naar de kerk en daarom móet je.’’ De traditionele kerken geloven dat een kind tot het verbond mág horen, en móet daarom gedoopt worden.

In een grijs verleden leidde dit besef tot vroegdoop: de moeder lag vaak nog in het kraambed als haar kind het ‘teken en zegel van het verbond’ op het voorhoofd kreeg. Dit gebruik is ook in orthodox-gereformeerde kring verdwenen, maar over de plicht je kind te dopen, wordt nog altijd niet lichtvaardig gedacht.
Er zullen in de rechtzinnige hoek genoeg kerkenraden zijn die de stap die in Leeuwarden is gezet, niet zullen zetten. Overigens, in baptistenkring zie ik ook niet snel gebeuren dat een gemeente besluit om per uitzondering een zuigeling te dopen. Daar is de volwassenendoop evenzeer een principieel punt.

In Leeuwarden snapt men ook wel dat dit iets uitzonderlijks is. De kerkenraad benadrukt tegenover de gemeente dat met de doopouders nog verder zal worden doorgesproken over ,,de diepe betekenis van de kinderdoop’’.

zaterdag 24 april 2010

Frysk


Er moet meer Fries gebruikt worden, ook in de kerken, zo is de oproep van een nieuwe actiegroep De Nije Foka. Die boodschap is vannacht op tientallen kerkdeuren in het zuiden van Friesland geplakt.
Dat het Fries vaak niet van de kansels klinkt, komt omdat lang niet alle geïmporteerde voorgangers die taal voldoende machtig zijn om er iets moois van te maken. Een aantal is dat overigens snel wel en dat dwingt bewondering af.

Volgens De Nije Foka is er ten opzichte van pakweg veertig jaar geleden niet veel verbeterd als het gaat om het Fries in de meer officiële ruimtes. Dat is niet helemaal waar. Het taboe op het gebruik van het Fries in bijvoorbeeld de kerk is er echt wel af.
Dat je ook in het Fries kon bidden, was lang ondenkbaar voor veel Friezen. Het Hollands was ‘netjes’, want de dominee sprak Hollands, net als de dokter, de burgemeester enz. En tegen God sprak je natuurlijk ook netjes. Daardoor hield de omgang met God ook iets formeels.

Daar is echt verandering ingekomen, onder meer door een - veelgeprezen – Fryske Bibel. Zoals het zo mooi heet: ,,It Wurd fan Heit yn 'e taal fan mem.’’ Voor de niet-Friezen: het Woord van Vader in de taal van moeder.
Dat is een goede ontwikkeling geweest. Nog altijd is het zo dat veel Friezen zich het beste kunnen uitdrukken in de memmetaal. Doordat het Fries ook in bijbel en gebed mocht, kreeg de relatie met God voor veel Friezen echt iets intiems.

donderdag 22 april 2010

Bijbelvertaling

De synode van de Protestantse Kerk in Nederland, de landelijke kerkvergadering, heeft vanmiddag in Lunteren na uren vergaderen besloten de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) goed te keuren als officiële bijbelvertaling voor de kerk.
Hoewel tegenstanders uitgebreid aan het woord kwamen, bleek uiteindelijk slechts een kleine minderheid tegen de invoering (33 van de 146). Er was vooraf uitgebreid door theologen actie gevoerd om de NBV in ieder geval nu niet te accepteren.

Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft aangekondigd de in 2004 gelanceerde NBV te zullen reviseren. Daarop wilde een groep predikanten wachten. Maar die wijzigingen, zo benadrukte het bijbelgenootschap, zullen niet ingrijpend zijn.
Er werden door tegenstanders stevige woorden gesproken over goedkeuring van de NBV als ,,een kerk onwaardig’’. De NBV, waarvan ruim een miljoen exemplaren zijn verkocht, zou niet getrouw genoeg zijn, en te uitleggerig.

Anderen wezen er terecht op dat zich straks de gekke situatie zou voordoen dat allerlei andere bijbelvertalingen wel in de kerk gebruikt zouden kunnen worden - dat is de praktijk - en dat de NBV niet zou mogen, omdat die te licht is bevonden.
Juist in de kerk zou de NBV moeten kunnen. Want dan is er de begeleiding van universitair geschoolde theologen, waar de synode zo voor is. Die kunnen dan zeggen wat er in het Hebreeuws en Grieks staat en wat de bijbeltekst nog meer bevat.

dinsdag 20 april 2010

Celibaat


Bisschop Gerard de Korte van Leeuwarden-Groningen is niet bang om zo nu en dan iets opvallends te zeggen. Misschien heeft een buitenstaander dat niet zo in de gaten, maar insinders wel, aartsbisschop Wim Eijk voorop.
Het was mij even ontgaan, ik doe ook wel eens andere dingen, maar in zijn column in het Nederlands Dagblad van zaterdag stelt hij het celibaat in verband met het seksueel misbruik aan de orde. En dat is nogal wat.

De bisschop vindt dat de commissie Deetman, die onderzoek doet naar het misbruik in de RK Kerk, ook moet kijken naar de invloed van het celibaat. Dat is een taboe. In de kerk wordt hooguit gezegd dat het misbruik samenhangt met machtsverhoudingen.
,,Maar heeft het celibaat dan geen enkele rol gespeeld bij het misbruik?’’, vraagt De Korte zich af. ,,Ik denk dat wij deze vraag eerlijk onder mogen moeten zien. Het lijkt mij in ieder geval een goede vraag voor de onderzoekscommissie.’’

Overigens zet De Korte geen vraagtekens bij het celibaat op zich. Maar hij is wel blij dat over seksualiteit nu beter wordt nagedacht dan in naoorlogse jaren. ,,Priesterstudenten kunnen in de huidige seminaries jarenlang intensief nadenken over het celibaat en zo ontdekken of zij het charisma om in onthouding te leven hebben ontvangen.’’ In het verleden wat de toeleiding tot de celibaatgeloften ,,vooral iets van het hoofd en nauwelijks van het hart’’.
En De Korte durft nog iets te zeggen. ,,Gevreesd moet worden dat ook mensen met een verdrongen pedoseksuele geaardheid binnen de internaten hebben gewerkt. Zo kon een spoor van verdriet en ellende worden getrokken.’’

vrijdag 16 april 2010

Bijbelquiz


Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) gaat met de jaarlijkse Bijbel10daagse sterk inzetten op quizavonden. De bijbelquiz blijkt veruit het populairste onderdeel van die tiendaagse, aldus het NBG op de website over het evenement. Het NBG spreekt overigens van het ‘meest populaire’, maar dat is (nog) een verwerpelijk anglicisme.
Er wordt uitgebreid meegedaan aan de bijbelquiz die met de tiendaagse op tv wordt uitgezonden, ook al vindt menigeen die wel erg triviaal. In kerkelijke kring bestaat ook een lange traditie op het gebied van bijbelquizzen. Het is een verantwoorde manier om de mensen op een feest te vermaken. En je steekt er ook wat van op.

Populaire vraag uit dat oude familievermaak: ‘Van welke dwaas uit de bijbel kun je de naam omdraaien, zodat je de naam hebt van een andere dwaas uit de bijbel?’ Dat is een makkie, dat is Laban en omgedraaid krijg je Nabal. Of net andersom.
Laban is de irritante schoonvader van aartsvader Jakob, door wie Jakob niet alleen Rachel huwde, op wie hij gek was, maar met zijn dronken kop ook Lea met haar ,,fletse ogen’’. En Laban was overigens ook zijn oom. Als u op de Voorleesbijbel klikt, wordt het verhaal u onder anderen verteld door kardinaal Ad Simonis.
En Nabal was de rijke idioot die het in zijn hoofd haalde de latere koning David te schofferen. Nabal had overigens wel een intelligente vrouw, Abigaïl, die de boel suste met David (zie illustratie). Nabal wond zich daar zo over op dat hij een hartaanval kreeg en stierf. Abigaïl werd daarop Davids vrouw. Prachtig verhaal.

Als het aan het NBG ligt, worden straks op 1 november door het hele land bijbelquizzen georganiseerd. Op de site van het NBG is een draaiboek te downloaden, om de avond tot een succes te maken. En er is ook een dvd te bestellen met daarop de quiz. Wie slecht tegen zijn verlies kan, niet graag voor verrassingen komt te staan of graag in de omgeving als bijzonder bijbelgetrouw te boek wil staan, moet zelf bijtijds die dvd in huis halen. Of de bijbel goed lezen natuurlijk.

woensdag 14 april 2010

Isidorus

Deze bijdrage richt ik speciaal aan mijn moeder (scheelt een mailtje): het beeldje van Sint Isidorus (die leefde van 560 tot 636) is gearriveerd. Ik heb er lang naar moeten zoeken en uiteindelijk vond ik iemand in Australië die er nog een paar had.
Het beeldje is nauwelijks 10 centimeter hoog. Het is een aardigheidje, bedoeld om op je computer te plakken. Isidoris is gewapend met laptop en muis, want hij is door de pontificale Raad voor sociale communicatie uitgeroepen tot internetheilige.

Hoe een heilige van veertien eeuwen geleden, die normaal met inktpot en ganzenveer wordt afgebeeld, de schutspatroon is geworden van het internet? Omdat hij een grote encyclopedie schreef met de structuur van wat je nu een database zou kunnen noemen.
Het beeldje, belooft de verpakking, beschermt tegen allerlei onheil dat je bij het gebruik van internet en de computer kan treffen. Mijn moeder, inmiddels een eindje in de zeventig, heeft haar deel al meer dan gehad.

Mijn moeder bewerkt video’s en zet ook audiocassettes op cd, inclusief indeling in tracks. Bijvoorbeeld. Dus ze weet inmiddels ook alles van vastlopende programma’s en ander computerleed. Vandaar zo’n Isidorus.
Een van de internetcollega’s op de krant heeft al jaren een ingelijst plaatje van Isidorus op haar bureau staan. En omdat ze de enige op de krant is met een religieuze afbeelding, beloon ik haar ook met een kleine Isidorus.

maandag 12 april 2010

Jorwert

Je zou het treffen dat een schrijver besluit om jouw dorp beroemd te maken. ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’ van Geert Mak zette Jorwert, want zo schrijven wij dat in Friesland, op de kaart. Net als de kerk. En adeldom verplicht.
De kerk van Jorwert heeft net de krant gehaald. En op een manier die men liever niet had gezien. Tot verbazing van veel mensen is er een conflict ontstaan dat resulteerde in de kop - ik kon het niet laten - ‘Dominee verdwijnt uit Jorwert’.

Jorwert maakt deel uit van de Hervormde Gemeente Westerwird. Die valt onder de Protestantse Kerk in Nederland, maar bij gebrek aan gereformeerden in de buurt om mee te fuseren, is het geen Protestantse Gemeente geworden.
Simpelweg komt het er op neer dat dominee, die maar liefst ruim een kwart eeuw aan de gemeente verbonden was - en lang in Jorwert woonde - vertrekt. Zonder feestgedruis, want er is een onwerkbare situatie ontstaan. Triest voor alle partijen.

Het is heel begrijpelijk dat betrokkenen niet veel trek hebben in nieuws over dit soort kwesties. Maar we hebben er wel - ingetogen - over bericht. Want het was inmiddels een publieke zaak, er werd behoorlijk over gepraat in de streek.
Sommige mensen vinden dat de krant fout bezig is door zo’n zaak te melden. Dat vind ik altijd wat vreemd. Kerkmensen gaan bij wijze van spreken rollend over straat, dat blijft natuurlijk niet onopgemerkt, en dan is de krant de boosdoener.

Kerkgemeenschappen horen, lees ik ergens in een goed Boek, in gunstige zin op te vallen. Een beetje krant besteedt daar ook zo nu en dan aandacht aan. Maar een beetje krant doet dat soms ook als een kerk in ongunstige zin opvalt.
Kerken zijn een publieke zaak, zeker in bijvoorbeeld Jorwert. Dan moet je ook zo groot zijn om op een minder gunstig moment desgevraagd geen stommetje te spelen, zonder meteen alle vuile was buiten te hangen. Gelukkig heeft de kerkenraad in Jorwert dat goed begrepen.

zaterdag 10 april 2010

Boze aartsbisschop


Het zit de Rooms-Katholieke Kerk niet mee. Het stof van de ene affaire dwarrelt nog volop in de lucht, terwijl de volgende rel zich al aandient. Nu is er een brief van aartsbisschop Wim Eijk (foto) uitgelekt, bestemd voor het bisschoppencollege komende dinsdag, over het gebrek aan loyaliteit van zijn opvolger in Groningen, Gerard de Korte.
Wat is er aan de hand? De Korte liet zich enige tijd geleden kritisch uit over het plan van Eijk tot sluiting van priesteropleiding het Ariënskonvikt in Utrecht, waarvan hij oud-rector is. Eijk had hem daarover gekapitteld, maar laatst heeft De Korte volgens de aartsbisschop weer te veel gezegd. Nu over het schrappen van kerkliederen door bisschoppelijke censoren.

Het was een publiek geheim dat Eijk en De Korte niet de grootste vrienden waren. De Korte was enige tijd hulpbisschop onder Eijk die eind 2007 in Utrecht kwam, maar voor deze lastige situatie werd een oplossing gevonden door De Korte het jaar erop als bisschop van Groningen-Leeuwarden te benoemen.
De brief die nu naar buiten is gekomen, tekent de situatie. Eijk speelt het scherp en lijkt weinig last te hebben van subtiliteit, terwijl De Korte transparant is, prettig in de omgang en makkelijk benaderbaar, ook door de pers. Allemaal eigenschappen die Eijk niet heeft. Dat Eijk hier in het Noorden vertrok en De Korte kwam, vond dan ook niemand erg.

Het is uiterst vervelend voor de katholieke kerkprovincie, maar het zal wel met een sisser aflopen. In een conferentie van bisschoppen moet immers wel voldoende pastorale vaardigheid zijn om zo’n relletje in eigen kring deskundig te bezweren. De kwestie zal, ook zonder uitlekken, Eijk ook daar minder populair maken, maar dat schijnt hem niet te deren.
Het interessantst aan de affaire vind ik dat er blijkbaar iemand uit eigen kring is die doodleuk zo’n brief lekt. Daarmee wordt willens en wetens nog meer ellende over de eigen kerk uitgestort. Iemand in die positie zal niet dom zijn. De enige verklaring lijkt dan ook dat de frustraties ook in de kleine cirkel rond de bisschoppen hoog oplopen.

donderdag 8 april 2010

Hulp

Tussen de vracht kerk- en christelijke bladen die ik iedere week op mijn bureau krijg, zit geregeld de nieuwsbrief van Chris. Deze organisatie houdt zich bezig met christelijke kinder- en jeugdzorg, onder meer in de vorm van een kindertelefoon.
De organisatie viert, lees ik in de laatste nieuwsbrief, binnenkort het twintigjarig bestaan. Nou ja, vieren tussen aanhalingstekens. Want Chris zou er liever niet zijn, maar de nood in christelijke kring is niet gering. Zeg maar gerust groot.

In 2006 maakte ik bijvoorbeeld het bericht aan de hand van een nieuwsbrief van Chris dat een op de tien kerkgangers is beschadigd door een vorm van seksueel misbruik. En dat gaat om een ,,heel voorzichtige schatting’’, aldus directeur Rob Hondsmerk toen.
Een roemrucht onderzoek naar incest is dat van Nel Draijer uit 1988. Een op de zeven kinderen zou volgens haar cijfers slachtoffer zijn van misbruik door een familielid. Je zou het anders mogen verwachten, maar ,,dat was en is in de kerk niet beter’’, aldus Hondsmerk.

Chris constateert al jaren dat er in christelijke kring een taboe ligt op incest en seksueel misbruik. Daardoor worden slachtoffers niet opgemerkt. In 1998 meldde Chris al dat er intussen wekelijks zeven meldingen binnenkomen van misbruik.
In de jongste nieuwsbrief staan weer gebedspunten. Eentje is ‘Jeroen’. ,,Hij heeft aangegeven een probleem te hebben en wil het ons vertellen, maar het lukt hem nog niet. Vaak legt hij huilend de telefoon neer.’’

Het blokje over ‘Jeroen’, die hoogstwaarschijnlijk uit een christelijk gezin komt, eindigt zo: ,,Bidt u mee voor een doorbraak in deze situatie?’’ Ik geef dit gebedspunt hier maar even door. Want je hart krimpt toch ineen als je zoiets leest.

dinsdag 6 april 2010

Lidmaat


Een mooi kerkelijk word: lidmaat. Traditioneel heb je in de kerken twee soorten: doop- en belijdende leden. Doopleden zijn degenen die nog geen belijdenis hebben gedaan en belijdende leden hebben dat dus wel gedaan.
De Hervormde Kerk, die als vanouds altijd een brede rand had, kende nog een andere soort lidmaten: geboorteleden. Je zou ze ook wel randleden kunnen noemen. Ze hadden hervormde ouders, maar waren nooit gedoopt en kwamen ook zelden of nooit in de kerk.

Met het opgaan van de Hervormde Kerk in de Protestantse Kerk in Nederland verdween ook het verschijnsel geboorteleden. Maar als het aan Eelke Sietsma ligt, komt er een nieuw soort kerkleden bij: seculier lidmaten.
In een ingezonden brief in het blad van de Doopsgezinde Broederschap, Doopsgezind.nl, gaf hij een toelichting op dat lidmaatschap. Sietsma gelooft om ,,meerdere redenen niet meer’’. Maar bedanken als lid van de broederschap, dat wil hij niet.

,,Achter meer dan vijftig jaar redelijk actief lidmaatschap ga je niet zomaar een punt zetten. Het ‘doopsgezinde’ is daarvoor te belangrijk voor mij geweest (en nog). Daarmee bedoel ik de gemeenschap, de sfeer van verdraagzaamheid, de bereidheid elkaar te steunen enz.’’
In zijn gemeente bestaan naast leden ook vrienden en belangstellenden. Maar met de omschrijving van die laatste categorie kan hij niets. Hij hoeft niets meer, maar hij mag ook verder niets verwachten. Daar kan Sietsma niets mee.

Hij wil nog steeds lid zijn, daarop ook aanspreekbaar zijn, maar tegelijk de vrijheid hebben om niet te geloven. Daarom wil hij een seculier lidmaatschap. Wellicht geeft dat ook een antwoord, denkt hij, op de vergrijzing van de broederschap.
Het is voor min of meer vrijzinnige geloofsgemeenschappen als die van de doopsgezinden, interessant om Sietsma’s vraag serieus in overweging te nemen. Want Klaas Hendrikse trekt als ‘atheïstische predikant’ niet zo maar volle zalen.

vrijdag 2 april 2010

Executies

Als redacteur geestelijk leven heb je, even afgezien van al het gedoe nu rond seksueel misbruik, niet zo vaak voorpaginanieuws. Allerlei zaken hebben meer nieuwswaarde dan wat er in de kerken gebeurt. En daar kan ik inkomen.
Nee, dan de tweede helft van de zestiende eeuw. Ik verzucht wel eens: je zou toen kerknieuwsredacteur zijn geweest! Dan stond je voortdurend op de voorpagina. Hoewel, misschien waren al die executies van ketters op den duur ook geen nieuws meer.

RTL 8 zendt nu op zondagavond de Britse serie The Tudors uit, prachtig drama over Hendrik VIII. Natuurlijk, er zit ook veel seks in, maar religie speelt minstens zo’n prominente rol. Het gaat over de Reformatie en over het ontstaan van de Anglicaanse Kerk.
We hebben al gezien hoe Thomas More als kanselier nieuwlichters op de brandstapel liet zetten - met tegenzin weliswaar - en nu is hij zelf ook op het schavot gestorven, omdat de tijden zijn veranderd. Niet langer maakt Rome de dienst uit en dat kostte hem afgelopen zondag zijn kop.

In het Katholiek Nieuwsblad hebben ze de rubriek Bij Voorbeeld, over inspirerende gelovigen. En laatst ging het over de Britse Margaret, vrouw van de rijke slager John Clitherow. Zij stierf, hoogzwanger, op Goede Vrijdag 1586, omdat ze katholieke geestelijken herbergde en thuis de mis liet opdragen. De executiemethode was verplettering: op een deur bovenop haar lichaam werden zoveel stenen gestapeld, dat ze stierf. Koningin Elizabeth I sprak haar afschuw uit over de terechtstelling, maar het onheil was reeds geschied.
Zulke verhalen lees je niet zo snel in protestantse bladen en boeken. Daar lees je eerder over de martelaren die door de roomse inquisitie werden terechtgesteld. En terecht. De moederkerk hield er toen rare praktijken op na om het ware geloof te bewaren.

Onder andere in Nederland maakt men zich op voor Refo500, de grote reformatieherdenking die zich tot 2017 uitstrekt. Het is ook goed om aan slachtoffers als Margaret aandacht te besteden. Want die zijn er ook geweest.

donderdag 1 april 2010

Zwaar en streng


Je slaat het er blijkbaar niet meer uit: dat gepraat over een opvoeding die ‘zwaar’ of ‘streng’ was, vaak in combinatie met het woord ‘gereformeerd’. Nog zo eentje: ‘ultra-orthodox’. Het kwam vandaag weer even voorbij. Ik ben altijd nieuwsgierig wat mensen denken dat ze bedoelen als ze zulke termen gebruiken.
Als ik de kans krijg, vraag ik er ook naar. En al snel blijkt dat de norm voor ‘streng gereformeerd’ heel laag ligt. ‘U’ zeggen tegen je ouders of met twee woorden spreken, is niet meer normaal. En zeker niet je avondgebedje moeten opzeggen, twee keer naar de kerken worden meegenomen, meekrijgen dat er een God is. En een hemel en een hel.

De idee meekrijgen dat er een hel is, is volgens een groeiend aantal mensen al kindermishandeling. Ook al leer je tegelijk van een genadig God, en ook al wordt er nauwelijks over die hel gesproken en zeker niet mee gedreigd, het is toch iets wat je kinderziel beschadigt. Straks wordt het met kinderen praten over de hel strafbaar.
Ik zie het dezer dagen nog wel gebeuren dat er een meldpunt komt voor al die mensen die een christelijke opvoeding hebben genoten. ‘Ach, moest jij ook het ‘Onze Vader’ uit je hoofd leren? Schandalig!’ ‘Wat, kreeg jij thuis mee dat het met de dood niet is afgelopen, maar dat je een eeuwigheid meemoest, vertel!’

Wat ‘zwaar gereformeerd’ genoemd wordt, is in een aantal gevallen wat bij godsdienstsociologen ‘orthodox gereformeerd’ heet: ‘gewoon’ gereformeerd, vrijgemaakt-gereformeerd, christelijk-gereformeerd - die categorie kerken. Je zou ook kunnen spreken van ‘traditioneel gereformeerd’.
Bestaat ‘streng gereformeerd’ dan niet? Jazeker, een deel van de bevindelijk-gereformeerden (in de volksmond zwartekousenkerken) heeft zo’n streng godsbeeld, dat velen zelden of nooit aan het avondmaal gaan, simpelweg omdat ze niet durven geloven dat ze waardig genoeg zijn in Gods ogen. In dat geval lijkt me de term ‘streng’ op zijn plaats.

Natuurlijk, ik weet heus wel dat mensen last kunnen hebben van dogma's, ook in orthodox-gereformeerde kring. Ik heb daar op deze plaats diverse malen over geschreven. Maar was de opvoeding daarmee streng? Dan vind ik de uitdrukking ‘heel gelovig’, die je ook geregeld in de media hoort en leest, beter te pruimen.