zondag 14 maart 2010
Wijzen
De bisschoppen zijn verrast en ik ook. Het meldpunt Hulp en Recht zegt dat er al zeshonderd meldingen van seksueel misbruik door geestelijken zijn binnengekomen. Waarom trekken al die mensen nu pas aan de bel?
Het meldpunt bestaat al jaren en eens in de zoveel tijd was ook dit meldpunt in het nieuws, wanneer er weer recente cijfers over misbruik in pastorale relaties werden gemeld. Ook was er in de afgelopen jaar veel te doen over het misbruik in de RK Kerk in de VS en Ierland.
Maar goed, nu komt het dan blijkbaar echt allemaal los. En dan is het voor de kerk oppassen geblazen: wat zeg je wel en wat zeg je niet? Zowel in het Vaticaan als in leiding van de Nederlandse kerk is al opgemerkt dat het probleem van het misbruik veel groter is.
Dat is ongetwijfeld waar en het is goed als buitenstaanders zo’n conclusie trekken. Maar het moet niet worden aangevoerd door mensen in de kerk. Het kan al snel overkomen als: ach, bij ons valt het nog mee. Het lijkt al snel op wijzen naar een ander. Niet doen dus!
Een artikel van de Italiaanse ‘vaticanist’ Vittorio Messori in de krant Corriere della Sera van een paar dagen geleden, leek ook die kant op te gaan. Zo van: in de jaren zestig was er een sprake van seksuele bevrijding, seks met kinderen werd hier en daar zelfs aanbevolen.
Maar hij besluit met op te merken dat gelovigen het niet zo erg moeten vinden dat juist naar de RK Kerk zo scherp gekeken wordt. ,,Als de misdaden van een priester meer verontwaardiging veroorzaken, is dat omdat hij verraad heeft gepleegd aan een verheven ideaal.’’
En: ,,Wie de ‘roomse’ wandaden het ergst vindt, doet dit omdat ze in een Kerk hebben plaats gevonden waarvan men iets anders had verwacht. Vele antiklerikale scheldkanonnades zijn eigenlijk uiting van een diepe teleurstelling.’’
Het Vaticaan is terecht doelwit van verontwaardiging, vindt Messori. ,,Wie deze afschuwelijke praktijk laakt, doet dit omdat hij dit aan de Boodschap meet, die het Vaticaan aan de wereld verkondigt. Een boodschap die zowel gelovigen als niet-gelovigen niet graag besmeurd willen zien.’’