Het is altijd leuk om iets nieuws te horen en mee te maken. Dat overkwam me vandaag weer eens. Ik was op bezoek bij de Messiaanse Gemeente Mayaan Yeshua in Drachten. Aanleiding was het feit dat er twee mensen in een vijver gedoopt zouden worden.
Mayaan Yeshua zorgt bij eerste oogopslag, maar ook bij nadere bestudering, voor verwarring. Voorbijgangers die de doopplechtigheid zagen, dachten met een joodse groepering te maken te hebben. Dat was niet zo heel vreemd: een aantal mannen - sommigen flink bebaard - had een kipa (keppeltje) op en binnen ook een talliet (gebedsmantel) om.
De gemeente houdt de sjabbat als dag des Heren en gebruikt daarnaast ook dat ‘gemeente’ en ‘synagoge’ door elkaar. Maar het is dan wel een synagoge waar ‘Jesjoea’ - zo wordt Jezus consequent genoemd - als Messias beleden wordt. In een foldertje erkent Mayaan Yeshua dat dat vragen oproept. Bij christenen en bij Joden.
De streekgemeente is gesticht vanuit de Zevendags Baptisten Gemeente in Leeuwarden, met wie men gisteren ook een gezamenlijke dienst heeft. Maar in Drachten gebruiken ze liever ‘Messiaans’ in de naam om te benadrukken dat ,,we verlost zijn door de Messias van Israël’’. Beide Friese gemeenten maken ook deel uit van een klein Messiaans platform van gemeenten voor zowel Messiasbelijdende joden als niet-joden.
Dat was echter niet het opvallend nieuwe, wat ik hoorde en zag. Dat betrof de uitleg van de doop door voorganger Gerard Wijtsma, die tijdens de lofprijzing (met veel Hebreeuws) behalve gitaar ook fantastisch mondharmonica speelde. Hij vertelde aan de hand van een reeks bijbelteksten dat de doop al in Israël bestond. Hij doelde op de rituele wassing uit de wetten van Mozes. De Israëlieten lieten zich niet wassen, dat deden ze zelf.
En zo blijkt niet alleen de kinderdoop (Wijtsma sprak van ‘besprenkeling’, want het is in zijn ogen geen doop) niet juist, ook de in evangelische kring bekende doop door onderdompeling door ánderen klopt niet. In plaats daarvan hoort er sprake te zijn van zelfdoop. Je moet zelf een stap zetten naar de Allerhoogste: ík moet mijn oude leven afleggen.
De dopelingen, een echtpaar, gingen gisteren dan ook alleen te water en Wijtsma en alle andere broeders en zusters bleven op de kant. En de twee gingen zelf om de beurt kopje onder.