Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

dinsdag 26 oktober 2010

Kerk en moskee

De relatie tussen kerk en moskee is gevoelig. Dat is een open deur natuurlijk. In voorbije eeuwen hebben christenen niet altijd even prettige ervaringen gehad met moslims en andersom. Met zo’n voorgeschiedenis is het eieren lopen.
De afgelopen jaren kozen de kerken vooral voor de dialoog als het ging om de relatie met het groeiend aantal moslims in ons land. Zo stelt de landelijke Raad van Kerken altijd een vriendelijke groet op ter gelegenheid van de Ramadan, die lokale kerken kunnen bestellen en bezorgen bij een moskee in de buurt.

In het kader van een fijne dialoog werd in de grote kerken bijvoorbeeld niet al te veel gepraat over bijvoorbeeld de vervolging van christenen in een reeks moslimlanden. Dat werd overgelaten aan organisaties als Open Doors, die een jaarlijks ranglijst van landen bijhoudt waar christen het slecht tot zeer slecht hebben. Islamitische landen zijn daarop sterk vertegenwoordigd.
Maar er is iets aan het veranderen. Dat bleek vorig jaar al toen tientallen predikanten, van links tot rechts in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), in een open brief kritische vragen stelde bij de dialoog met de islam. Die was volgens hen niet echt geloofwaardig, zolang op veel andere plaatsen in de wereld moslims christenen verdrukken.

Vandaag is de langverwachte en uitgestelde islamnota ‘Integriteit en respect’ van de PKN verschenen die ook deze onrustgevoelens benoemt. Net als de principiële bezwaren die in met name het stevige deel van de kerk leven. Moslims geloven immers niet dat Jezus als Gods enige zoon de verlosser is en het idee dat hij is gekruisigd vinden ze een gruwel.
Het stuk is zeer goed geformuleerd. Geregeld denk je als lezer: wat zegt de kerk nu in dit visiestuk? Maar hier en daar staat het er wat duidelijker. Zoals: ,,De kerk bidt wel ‘naast’, maar niet samen met moslims.’’ En de kerk is geroepen om van Jezus Christus te getuigen, mits het maar respectvol gebeurt. Maar natuurlijk ook: de kerk is geroepen om stereotypen en vooroordelen te bestrijden.

Wie goed leest, ziet dat er langzaamaan wat aan het verschuiven is in het denken over de islam.

maandag 18 oktober 2010

RD app

De zondag als rustdag. Er zijn nog altijd mensen die hun best doen om daar aan vast te houden. In een kerkblad las ik een paar weken geleden een stukje van een dominee, die aan zijn nieuwe gemeente zijn nieuwe emailadres doorgaf. Maar hij had daarbij een aantekening. Op zondag stuurde hij in principe geen email en checkte hij die ook niet. Of de gemeente dat in het achterhoofd wilde houden. Of, nog beter, dat goede voorbeeld wilde volgen. ,,Misschien is het ook een idee voor u juist deze dag vrij te houden.’’

Het Reformatorisch Dagblad, ik schreef er hier al eens over, wil een modern medium zijn, maar tegelijkertijd de zondag heiligen. Als u op zondag RefDag.nl aanklikt, komt u niet verder dan het startscherm. En daar staat een verklaring van de hoofdredactie te lezen.
,,Vandaag is het zondag. Wij wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. Wij beschouwen de zondag als een rustdag, een opdracht van God en een geschenk, waar we dankbaar voor mogen zijn. Om die reden actualiseren we onze site vandaag niet.’’
Het is een heel principiële keuze en het RD is de enige krant die die keuze maakt.

Vorige week presenteerde het RD een app voor de iPhone, die ik als nieuwe iPhone-gebruiker natuurlijk meteen heb gedownload. Het is een mooie applicatie en volgens Jacco, een collega die op dit terrein zeer deskundig is, is het ook een uitstekende. Jacco is ook goed op de hoogte van het kerkelijk erf en hij stelde vorige week dan ook de vraag of het RD met de app niet de principiële zondagsheiliging loslaat. Want in tegenstelling tot een website kun je een app niet stilleggen. Zo kan een gebruiker op zijn mobieltje een andere kalenderdag kiezen. Niemand doet dat natuurlijk, maar het kan. En dan weet die app niet dat het zondag is.

Ik heb gisteren eens gecheckt en op de RD-app was net als de andere dagen volop nieuws te lezen. Echter, de berichten waren sinds zaterdagavond niet meer ververst. Dat is ook de keuze van het Nederlands Dagblad dat op zondag wel de website in de lucht houdt, maar daarop dan geen nieuwe berichten plaatst.
Het is niet wereldschokkend, maar het is toch een verandering in het consequente beleid van het RD. Er is gekozen om ook gebruik te maken van dit moderne platform en dan is die verandering technisch gezien onontkoombaar. Voor een deel van de achterban van het RD is dit toch wel een flinke stap. En sommigen zullen deze app en de bijbehorende consequentie beslist een stap te ver vinden.

zondag 17 oktober 2010

Onwaarheden

Wat te doen als iemand je iets naar je hoofd slingert? Er zijn twee mogelijke reacties, ik heb het hier al eens opgemerkt: die van Spreuken 26 vers 4 of die van Spreuken 26 vers 5. (Nee, ik zet er dit keer geen link bij. Als u beide verzen opzoekt, doe het dan in dit geval bij voorkeur in de oude NBG-vertaling.)
In de stroom reacties op het LC-forum over de toekomstverwachting van dominee Orlando Bottenbley - hij gelooft dat hij de wederkomst van Jezus Christus bij gezondheid zal meemaken - trof ik ook diverse reacties aan van Ochhea. Ochhea manifesteert zich geregeld op de site en dat is prima, maar dit keer speelt hij of zij op de man.

Ochhea’s reactie van 19.11 uur vanavond begint nog eens met de - in mijn ogen misplaatste - constatering dat de LC-journalist die het internetstukje maakte er niets van heeft begrepen. Hij of zij besluit met deze alinea:
,,Ik kan u meteen meedelen dat ik ook weinig geloof meer kan hechten aan Wim Schrijver zijn blog, want ook hij verzuimt feiten te onderzoeken en schrijft onwaarheden op zijn "korte metten".
Heer Schrijver als u dit leest: bel betrokken eens op en doe een fatsoenlijk interview alvorens (foutive) dingen over een groepering op uw blog te vermelden. Een rondje Google had u overigens ook al beter kunnen informeren dan u uw lezers nu meent te moeten informeren.’’

Ik heb werkelijk geen idee waarover het gaat - en dat is waarschijnlijk voor Ochhea al genoeg bewijs voor zijn of haar stelling. Maar ik wil de goede raad van Ochhea ter harte nemen en ik bel in dit geval dus de betrokkene graag eens op en het lijkt me geweldig om voor de variatie eens een fatsoenlijk interview te doen.
Dus Ochhea, wees zo goed, en stuur me een mail (wim.schrijver@lc.nl) en zet daarin je/uw telefoonnummer. Ik neem contact op voor een goed gesprek en ik laat me graag bijpraten en zo nodig corrigeren.

vrijdag 15 oktober 2010

Nu nog beter

De reclamekreten voor producten zijn wel bekend. ‘Nu nog beter’, ‘nog voller van smaak’, ‘zonder kunstmatige toevoegingen’. Of, een gouwe ouwe: ‘Sinds 1850’. Alsof een respectabele leeftijd een garantie is voor kwaliteit.
In de kerken is het niet anders. Met name in de hoek van de pinkstergemeenten. Je kreeg op een bepaald moment de ‘volle evangelie gemeenten’. De boodschap was duidelijk: in de andere kerken wordt de blijde boodschap niet echt goed verkondigd. Een aardige is ook de naam van een groep christenen die zich enige jaren geleden in het Friese vestigde: ‘bijbelgelovende baptisten’. Oftewel: er waren al baptisten, maar die geloven dus niet in de bijbel.

Zondag begint een nieuwe pinksterkerk in Leeuwarden: de Christ Embassy. Het is de eerste dependance in Noord-
Nederland van deze internationale kerk, die al een bloeiende gemeente heeft in Amsterdam. Christ Embassy is een kwart eeuw geleden begonnen door de Nigeriaan pastor Chris. Achternaam: Oyakhilome (zie foto). De man trekt in Afrika enorme menigtes en weet nog meer mensen te bereiken via een eigen zender.
Er zijn al tientallen pinkstergemeenten in Friesland, maar de komst van Christ Embassy is beslist nodig, vindt de nieuwe voorganger. Pastor Sander (de Heus) zegt dat lang nog niet iedereen met het evangelie wordt bereikt. En, Christ Embassy laat de leden zien hoe ze een bevredigend leven uit de heilige Geest kunnen leiden. Die boodschap, pastor Sander zegt het voorzichtig, wordt ,,niet overal’’ verkondigd.

Voor een redacteur geestelijk leven is het natuurlijk erg aardig dat er zich geregeld iets nieuws voordoet op het kerkelijk erf. Op het evangelische stuk worden ook geregeld nieuwe gemeenten gesticht, nadat zich in een bestaande kerk een scheuring heeft voorgedaan. Met een zekere regelmaat beginnen een paar leden voor zichzelf, omdat de kwaliteit van de bestaande gemeente in hun ogen te wensen overlaat.
Enige tijd geleden trof ik iemand die tot zo’n nieuw ontstane gemeente hoort. Ik informeerde meelevend naar de situatie. ,,Ach, het was helemaal niet erg om uit elkaar te gaan, de gemeente dreigde te groot te worden.’’ Ik zit niet snel om woorden verlegen, maar in dat geval wist ik werkelijk even niet wat ik moest zeggen.

dinsdag 5 oktober 2010

Zevende gebod

Wat moet je als kerkenraad als de dominee zich misgaat? Het is al erg genoeg als de kwestie nog niet tot anderen is doorgedrongen, maar wat te doen als het langzaam maar zeker bekend wordt in de kerkelijke gemeente? Dan moet je wel een stap zetten om geloofwaardig te blijven.
Goed, je vraagt de dominee om zich ziek te melden. En als dat niet ‘spontaan’ gebeurt, dan zet je de man of vrouw op non-actief. Daar zijn kerkordelijke spelregels voor. Maar dan moet je ook nog de gemeente officieel op de hoogte stellen. En dat is een probleem.

Hoe formuleer je de verklaring voor de gemeenteleden zo, dat je de boel niet nog meer op straat gooit? Kerkenraden hebben daar de eeuwen door mee geworsteld. Je zegt al snel te veel. Maar als je te weinig zegt, dan kan de suggestie misschien nog wel erger zijn dan de feitelijke, zogenaamde openbare zonde.
Soms kon en kan de dominee niet goed met drank omgaan, of met geld. Maar vaak ging en gaat het om wat in het verleden werd geformuleerd als ,,zonde tegen het zevende gebod’’. Dat klonk eufemistisch, maar een beetje protestants kerklid wist hoe dat luidde: ‘Gij zult niet echtbreken.’ (Voor de goede orde, bij katholieken is dat het negende gebod: ‘Gij zult geen onkuisheid begeren.’ Dat is breder en daardoor vager geformuleerd dan in de protestantse versie.)

Dezer dagen speelt er weer een pijnlijke kwestie met een voorganger in een Leeuwarder kerk. De kerkenraad heeft zondag een verklaring voorgelezen aan het einde van de dienst, die nog geruime tijd eenvoudig via internet te beluisteren is. Daarin was sprake van langdurig ,,grensoverschrijdend gedrag’’ die ,,de zorgvuldigheid van het ambt van predikanten te buiten gaat’’.
Meer kon de raad niet zeggen met het oog op het ambtsgeheim en de plicht tot zorgvuldigheid, aldus diezelfde verklaring. En: ,,Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om wie dan ook verder te beschadigen. Wel willen we voorkomen dat door een geruchtenstroom onrust in de gemeente ontstaat.’’

Ik weet niet of dit soort formuleringen in bestaande protocollen staat. Als dat zo is, lijkt het me niet verkeerd die nog eens tegen het licht te houden. Want deze woorden zijn meer dan voldoende om een geruchtenstroom te voeden. Ook al sluit je je verklaring af met de oproep te bidden ,,om ons te bewaren voor de verleiding al te gemakkelijk te oordelen en te veroordelen’’.
Natuurlijk kun je het in zo’n situatie als kerkenraad eigenlijk niet goed doen. Niet alleen de betrokkenen lopen schade op, ook veel kerkleden die hun herder wijzer hadden geacht. En uiteindelijk krijgt het kerkelijk blazoen ook butsen. Het is een natuurlijke reactie om de pers daarvan de schuld te geven, maar ik neem aan dat die ook is ingesloten in het genoemde gebedspunt.

vrijdag 1 oktober 2010

Zielenvisserij

Begin deze week schreef ik een verhaal naar aanleiding van de nieuwe plaat van de brede en de smalle weg, gemaakt door een paar Urker mannen (hier als postertje te koop en groter aan te klikken). Met collega Fedde Dijkstra raakte ik daarover in gesprek en hij wees me op een schilderij waarvan ik het bestaan nog niet wist.
Het gaat om het prachtige ‘Zielenvisserij’ dat Adriaen Pietersz. van de Venne maakte in 1614. Het schilderij, in bezit van het Rijksmuseum, is bijna 2 meter lang en is in feite een fors uitgevallen cartoon. Van de Venne moet lang met zijn olieverf in de weer zijn geweest, want op het schilderij zijn honderden mensen te onderscheiden.

Het schilderij slaat op de bekende evangelietekst, waarin Jezus een paar vissers tot zijn discipelen maakt. ,,Kom, ik zal u vissers van mensen maken.’’ Net als nu werd de tekst in de zeventiende eeuw als een algemene aansporing van gelovigen gezien om zielen te winnen voor Christus. Vandaar dus de titel van het kunstwerk van Van de Venne.
De schilder heeft echter niet louter een vrome boodschap. Hij nam met zijn kunstwerk de kerkelijke situatie van dat moment op de hak. Er zijn twee groepen bezig met de zielenvisserij: protestanten en katholieken. Van de Venne maakte dit schilderij tijdens het Twaalfjarig bestand in de Tachtigjarige Oorlog. Beide groepen staan dan ook op het werk recht tegenover elkaar.

Links zie je de protestanten, met in het centrum de Oranjes, en rechts staan de roomsen, met de landvoogden Albert en Isabella van Oostenrijk. Aan de linkerkant, ergens vooraan, is de schilder zelf te vinden. Net zo strak in het pak als de rest van de gereformeerden. Kenners zien allerlei subtiele details waaruit blijkt dat de schilder het linkerkamp superieur maakte.
Of hij echt een stevige protestant was, is maar de vraag. Bij het Rijksmuseum geloven ze dat Van de Venne het schilderij vervaardigde als meesterstuk, een groot uitgevallen visitekaartje, waarmee hij als beginnend schilder opdrachten probeerde binnen te krijgen. En het was in die fase van de Tachtigjarige Oorlog allang glashelder: de protestanten zaten vast in het zadel.