Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

zaterdag 11 september 2010

Friese kerken

De markante kerken in dorp en buurt blijven bestaan als ú dat wilt. Niet alleen de overheden zijn verantwoordelijk, ook de kerk- en lokale gemeenschappen en het bedrijfsleven. Dat is de boodschap die de provincie Friesland uitdraagt.
Cultuurgedeputeerde Jannewietske de Vries herhaalt die boodschap graag. Het was de strekking van de inleiding die zij schreef in de gids van Tsjerkepaad (de zomerse openstelling van Friese kerken - vandaag is de laatste Tsjerkepaaddag van dit seizoen) en precies dezelfde inleiding stond in de gids voor dit jaar.

En deze boodschap had ze donderdag ook op de feestavond waarmee de stichting Alde Fryske Tsjerken met vrijwilligers het veertigjarig bestaan vierde, in de Sint Willibrorduskerk in Holwerd, een van de 38 kerken die de stichting in beheer heeft.
Eerder dit jaar kwam de stichting op verzoek van de provincie met een inventarisatierapport over de 770 kerken in Friesland. De situatie is bijzonder ernstig. In de komende tien jaar zullen zo’n honderd kerken worden afgestoten en kerkbestuurders gaven aan dat ze in die periode van nog eens 250 kerken het onderhoud niet meer kunnen betalen.

De provincie, vertelde De Vries donderdagavond ook nog eens, is met een Deltaplan voor de kerken bezig. En daarin staat die samenwerking met kerken en lokale gemeenschappen weer centraal. Wim Eggenkamp, rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed, wees er donderdagavond fijntjes op dat vooral overheden, de provincie voorop, een rol zullen moeten spelen.
Het is de provincie die prioriteiten moet gaan stellen en snel: welke kerken die overtollig zullen worden moeten er per se openblijven? En als die moeten blijven, dan zal er naarstig gezocht moeten worden naar een goede herbestemming voor die gebouwen die worden afgestoten. En het zullen de overheden moeten zijn die daar ook geld voor moeten uittrekken, zei hij.

Het is een mooie gedachte om de verantwoordelijkheid voor de redding van kerken ook bij lokale gemeenschappen te leggen. Maar het is echter maar zeer de vraag of die daar echt allemaal zin in hebben. En als ze er wel zin in hebben, zal in een aantal gevallen toch gezegd moeten worden dat die bewuste kerk beter kan sneuvelen, ten gunste van belangwekkender gebouwen elders.
Het rapport van de stichting maakt een welhaast onmogelijke, want onbetaalbare, situatie duidelijk. Het zal de komende jaren hard en pijnlijk (moeten) worden in het kerkenlandschap.