Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

maandag 9 mei 2011

Zoete wraak

Het was een feitje dat overal op Twitter opdook: ‘De dood van Hitler werd bekendgemaakt op 1 mei 1945. De dood van Osama Bin Laden exact 66 jaar later.' De liefhebber van apocalyptische visioenen zag dit getal slechts een zesje verwijderd van het teken van het beest uit Openbaring.
Op het Jeugdjournaal noemde een deskundige Osama een schurk. Dat woord is eigenlijk nog te onschuldig om de slechtheid van de man te duiden. Althans, zo valt op te maken uit de vele reacties wereldwijd. Het is opvallend hoe enthousiast op de dood van de man werd gereageerd. Niet verbazingwekkend. Want een westerse leider die iets genuanceerds had gezegd over diens dood, zou zichzelf flink hebben beschadigd.

Overal was de zoete smaak van wraak te proeven. Wat wel werd betreurd, was dat Osama niet lang had hoeven lijden. Het is niet denkbeeldig dat het bij de Amerikaanse operatie ook niet de bedoeling was dat Bin Laden levend gepakt zou worden.
Blijkbaar is het zo dat als iemand maar slecht genoeg is, de algemene opvatting is dat iemand terecht is gestorven. Waarschijnlijk hosten voor- en tegenstanders van de doodstraf in Washington na het bekend worden van het nieuws samen rond met de mantra ‘USA, USA, USA!'. En er zal in de VS morgen ongetwijfeld in veel kerken worden gedankt dat de man achter 9/11 het tijdelijke voor het eeuwige heeft moeten verwisselen.

De wereld blijkt onder het vernislaagje van ‘leven en laten leven' toch vooral voort te gaan op het oergevoel dat ten grondslag ligt aan het adagium ‘oog om oog, tand om tand'. Die oudtestamentische richtlijn gaf overigens een maximum aan, geen minimum. Zo van: heeft iemand je een oog uitgestoken, eis dan ook niet meer dan een oog terug, dus niet zijn leven.
Of de Taliban zich veel van zo'n bijbelse richtlijn zullen aantrekken, is maar de vraag. Zij hebben al gezworen de dood van Bin Laden te wreken. Want dat is ook een kenmerk van wraak: het is niet het einde van geweld, maar slechts een tussenstation op het spoor van vernietiging. Dat Bin Laden nu een martelaar is die gewroken moet worden, dat is wat de Amerikanen vergoelijkend ‘collateral damage' noemen - zijdelingse schade.

De behoefte aan wraak is diepgeworteld. ‘De graaf van Montechristo' van Alexandre Dumas werd na het verschijnen in 1844 al snel een bestseller, omdat in het boek wraak tot een kunst is verheven. De manier waarop hoofdrolspeler Edmond Dantès na veertien jaar onschuldig te hebben vastgezeten wraak neemt op degenen die dat op hun geweten hadden, spreekt nog altijd tot de verbeelding.
Natuurlijk, bij de dood van Osama draait het ook om gerechtigheid. Althans, zo hoort het te zijn. Recht mag echter niet achter de wraakgodin Nemesis verdwijnen. Herdenkingsdagen als, in ons land, 4 en 5 mei helpen het juiste perspectief te houden. Waar wraak de boventoon krijgt, is weinig ruimte om respectvol te herdenken. En zeker niet om te vieren.

,,Geen wraak, maar gerechtigheid'', was het levensmotto van de nazi-jager Simon Wiesenthal. Dat mensen als Wiesenthal, die veel geliefden na de Tweede Wereldoorlog niet meer terugzag, daartoe in staat waren, is een blijvende inspiratiebron in een gewelddadige wereld.

dinsdag 3 mei 2011

Scharniermomenten

Onze taal is voortdurend in beweging. Neem uitdrukkingen als iets ‘een plekje geven’ of ‘kunnen afsluiten’. Een jaar of vijftien geleden hadden de meeste mensen je verbaasd aangekeken: waar heb je het over? Nu, hoor je het voortdurend op de televisie uit de mond van mensen die betrokken waren bij een ernstig of ingrijpend voorval.
Voor dat soort gebeurtenissen is de afgelopen jaren ook een fraai woord toegevoegd aan onze vocabulaire: ‘scharniermomenten’. Dat zijn de grote momenten in het leven, te beginnen met de geboorte en met als einde de dood. Hoewel, het kan nog eerder. Onlangs vertelde een bekende Nederlander hoe zijn vrouw een pretecho had ondergaan en dat de halve familie daarvan getuige was geweest.

Nederlanders hebben, gelovig of niet, vooral als het om de dood gaat grote behoefte aan rituelen. Dat kun je nu veilig schrijven, maar een kwart eeuw geleden zou je zijn weggehoond. ‘Rituelen? Ach joh, dat is zoooo jaren vijftig!’ Na de vliegtuigramp van Tenerife in 1977 bijvoorbeeld, kwam niemand op het idee om een gedenkplek in te richten. Vier jaar geleden, dertig jaar na dato, kwam die er alsnog. ,,Nu zijn ze niet voor niets gestorven’’, zei een dankbare nabestaande op tv.
Bij die nieuwe behoefte aan rituelen hadden de kerken vaak het nakijken. De spirituele markt werd al snel bevolkt door allerlei nieuwe aanbieders van zingeving. Het is maar gedeeltelijk waar dat de kerken onvoldoende inspeelden op die zinbehoefte. Velen hadden met de kerk gebroken of waren langzaam daarvan weggegleden en wilden bijvoorbeeld bij een overlijden geen pastoor of dominee inschakelen.

Ook de overheden hebben meegedaan aan het marginaliseren van de rol van de kerken bij crisismomenten. Een rol voor de kerken bij rampen? Wat een onzin. Mensen hebben behoefte aan professionele hulpdiensten, niet aan iemand met een bijbeltje op zak. Ook al bleek bijvoorbeeld in de nasleep van de Bijlmerramp van 1992 dat pastores onmisbaar waren gebleken.
Toen in 2001 zich in Volendam de nieuwjaarsbrand voltrok, werd de katholieke pastoor Jan Berkhout niet ingeschakeld. Sterker nog, hij werd door de hulpdiensten op afstand gehouden. Maar, concludeerde Berkhout later ook, ,,de kerk was absoluut niet ingesteld op pastorale zorg bij een ramp’’. Kerken en gemeenten, zo was zijn advies, moesten aan de slag om de kerken een volwaardige rol in een rampenplan te geven.

Dat hebben de kerken in hun oren geknoopt. Onder meer de Friese Raad van Kerken heeft zich beijverd om lokale kerken op te wekken wel toegerust te zijn en bij gemeenten aan te kloppen voor een plek in het rampenplan. En niet zonder resultaat. Twee jaar geleden bleek uit een enquête onder Nederlandse gemeenten dat 60 procent in het rampenplan de kerken een rol had gegeven.
Vrijwel direct na de schietpartij in Alphen aan den Rijn op zaterdag 9 april, dromden mensen in het nabijgelegen kerkelijk centrum de Bron bijeen om troost te vinden. Dat werd ook als vanzelfsprekend bericht door de tv-verslaggevers. En zo hoort het ook.