Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

zondag 27 februari 2011

Zendelingenpaar

Het was afschuwelijk nieuws vrijdag: de dood van zendingswerker Ebel Kremer en de ernstige mishandeling van zijn vrouw en dat - als ik de berichten mag geloven - voor de ogen van hun kinderen.

Het gezin is enige jaren geleden uitgezonden door de Vrije Baptistengemeente Groningen. Die doet op de website een dringend beroep op de pers familie en vrienden met rust te laten, maar contact te zoeken met Jan Hooikammer, staflid van de gemeente.
Een verstandige zet. Merkwaardiger is de keuze voor de foto, die ter beschikking van de media is gesteld. Op zich is het goed dat er een foto zo vrij gegeven wordt. Met een beetje googelen zijn er ook andere foto’s van de slachtoffers te vinden, dus het is ook goed dat de gemeente dat in de hand wil houden. Maar, ligt het aan mij, of is deze foto (zie boven) echt een merkwaardige keuze?

Goed, Hooikammer voert dus het woord. Verstandig. Maar dan mag je ook verwachten dat hij goed nadenkt over wat hij voor de camera zegt. Dat hij zich ook realiseert dat in deze tijden van onbeperkte en ongenuanceerde meningsuiting via bijvoorbeeld Twitter, het hele fenomeen van zendingswerk zwaar onder vuur zal komen te liggen. Over, netjes (gereformeerd) geformuleerd, het je leven moedwillig in gevaar begeven. Die discussie kwam ook heel snel op gang toen in 2007 zendelingen uit Zuid-Korea in Afghanistan werden vermoord en anderen uit het gezelschap wekenlang werden gegijzeld.

Wellicht was het toch emotie of onwennigheid, maar Hooikammer drukte zich niet echt gelukkig uit voor de camera van RTVNoord. Op het item dat hier is te zien, wordt hij onder meer gevraagd naar hoe er in de gemeente gereageerd werd. Hooikammer zegt onder meer dit over de ontreddering van de mensen: ,,Is het mogelijk dat er zoveel kwaad in de wereld is dat dit mensen aangedaan wordt?’’
Nog niet zo lang geleden schreef ik op deze plaats al over dergelijke reacties op ellendige dingen die mensen kunnen overkomen. Ik zal het niet overdoen. Maar ik hoop echt dat er vanuit de Vrije Baptistengemeente Groningen en door iedere kerk die aan zending doet, andere geluiden zullen komen dan zo’n uitspraak, die vooral getuigt van ongeloof over wat er is gebeurd.

maandag 14 februari 2011

Kloosterzuster

Nog op zoek naar een leuk en inspirerend dagje uit? Bezoek dan de Karmel in Drachten, het oude klooster van de karmelietessen. Dat zo'n trip de moeite waard is, mag wel blijken uit het feit dat de benedictijner broeders van de Sint Adelbertabdij van Egmond eerder deze maand de Karmel aandeden.
Ze hebben jaarlijks slechts één uitstapje en dat ging dus naar het Karmelklooster. Tussen de middag baden de monniken de sext op de plek waar vroeger de nonnen zaten. Dat was weer leuk voor de krant, want het gebeurt niet zo vaak meer dat kloosterlingen in Friesland samen in gebed zijn.

De reden waarom de broeders naar de Karmel gingen, is de tentoonstelling 'De hemeldeur op een kier'. Die biedt zicht op het leven en werk van de markante zuster Martina in het bijzonder en het leven 'in het slot' van de karmelietessen in Drachten in het bijzonder. Volkomen terecht is die expostie nu met een maand verlengd tot 20 maart.
Bij de start van de expositie, waarbij ook een prachtig boek hoort, schreef ik er in de Leeuwarder Courant over: 'Kleurrijke kloosterzuster'. Niet iedereen die op dit blog uitkomt, leest die krant. Dus daarom kunt u hier een pdf van het artikel openen en hier het kader dat daaronder werd afgedrukt. Van harte aanbevolen - de expositie en het boek dus.

Expositie: donderdag-, zaterdag- en zondagmiddag van 13 - 17 uur. Prijs: € 7,50.

Hemel en aarde


Volgens het onderzoek ‘God in Nederland' (2007) is 26 procent van de bevolking het, maar het zijn er veel meer. Ook onder degenen die zich nog kerkelijk noemen, kun je ze volop vinden: ietsisten - het door Ronald Plasterk bekend geworden etiket voor mensen die geloven dat er ‘iets' moet zijn.
Nederland kent maar een paar procent overtuigde atheïsten. Veruit het grootste deel van de niet-kerkelijken wordt gerekend tot de al dan niet bewuste zinzoekers. Een mooi nieuw woord dat je veel tegenkomt in de ‘zwevende kasten' in de boekhandel. Net als de uitdrukking ‘scharnierpunten in het leven'.

Het is juist op die momenten, zoals het verlies van een geliefde, dat het besef dat er iets transcendents moét zijn het sterkst is. Zelfs iemand als de ongelovige Kluun had het in de tijd rond het overlijden van zijn vrouw Judith, schrijft hij in ‘God is gek'. Maar ook dat die overtuiging weer snel verdween.
‘Er is meer tussen hemel en aarde', is een gevleugeld gezegde. Het zinnetje wordt niet alleen gebruikt door mensen die iets met levensbeschouwing hebben, maar ook al degenen die paranormale beurzen bezoeken of graag programma's als ‘Het zesde zintuig' volgen.

Uit onlangs gepubliceerde cijfers van een peiling door de Alpha-cursus, gelooft meer dan de helft van de Nederlanders (55 procent) dat er meer is tussen hemel en aarde. Daar is het zinnetje weer. Ze hopen - ‘geloven' is een al te groot woord - op hulp van boven.
Maar er is iets vreemds aan de hand met dat ‘er is meer tussen hemel en aarde'. De zinsnede is afkomstig van Hamlet in het gelijknamige stuk van Shakespeare. Maar, het gaat om een onjuiste vertaling.

Wat Hamlet letterlijk zegt, is: ,,Er is meer ín hemel en aarde, Horratio.'' Dat die zin verkeerd gelezen wordt, heeft nogal wat consequenties, betoogt de remonstrantse hoogleraar Christina Berkvens-Stevelinck in de vorig jaar verschenen ‘Catechismus van de compassie'.
Door dat ene woordje verkeerd te vertalen, wordt een bovennatuurlijke werkelijkheid opgeroepen, zegt Berkvens. De persoonlijke God ,,legt het af tegen een abstracter begrip, een onpersoonlijke kracht waar men het bestaan van vermoedt maar niet noemen kan of wil''.

Het godsbesef heeft zich bevrijd van knellende dogma's, zet Berkvens prikkelend uiteen. ,,Beleven neemt de plaats in van belijden, spiritualiteit de plaats van geloof. God is niet verdwenen, Hij, Zij of Het heeft zich slechts omgekleed.''
Dat werd een paar jaar geleden ook opgemerkt door Maarten Meester uit Sexbierum in zijn boek ‘Nieuwe spiritualiteit' waarin hij de ‘neospiritueel' tegen het licht hield. Die moet volgens hem toegeven dat ,,zijn nieuwe baas wel verdacht veel op de oude lijkt''. Ook al noemt hij die ‘Al' ‘Universum', ‘Iets' of ‘Liefde'.

Of mensen zich nu al dan niet kerkelijk noemen of spiritueel, ze kennen allemaal het diepgewortelde verlangen naar iets of iemand die boven hen uitstijgt. Zoals theoloog Harry Kuitert het zo fraai heeft geformuleeerd: de mens is ongeneeslijk religieus.
Wie de originele tekst van Shakespeare voor ogen houdt, zal zich realiseren dat het bij dit verlangen niet om iets onduidelijks onder de hemel gaat, maar om het verlangen naar de hemel zelf.